Blended Care is een gevleugelde term tegenwoordig. In deze tijd waarin digitalisering een vlucht neemt, worden er steeds vaker mengvormen ontwikkeld van zorg ‘achter de voordeur’ en zorg op afstand. In dit verhaal over het project Buiksloterham van Philadelphia komt hier nog een dimensie bij. Die van de community. Bewoners van de wijk worden gestimuleerd om dingen samen te doen en elkaar te helpen. Een beetje zoals in een dorp. Voor mensen die begeleiding nodig hebben, houdt dit in dat zij worden ondersteund vanuit drie invalshoeken; de coach van Philadelphia, de community en DigiContact.
Het verhaal van coach Otto de Kat
Otto de Kat is coach bij Philadelphia. Hij begeleidt bewoners van de nieuwe locatie in Buiksloterham (Amsterdam). Daarnaast werkt hij als zelfstandig coach. Otto vertelt met passie over het begeleiden van jonge mensen: ‘Vaak komen mensen bij mij omdat ze vastgelopen zijn in hun werk. Wanneer je doorvraagt blijken er echter ook levensvragen achter te zitten. Het is dan zinvol om uit te zoeken welke dieperliggende thema’s er spelenen hoe je iemand in beweging kan zetten. Ik hou niet van een gemaakte setting, dan zit je al heel snel in een soort psychologenformat. Daarom ga ik vaak wandelen met de mensen die ik coach. Mijn hond mag ook mee. Als je iets in beweging wil zetten, kan het helpen om ook zelf letterlijk te bewegen.’
Begeleiding waar het moet, vrijheid waar het kan
Hoe ben je bij Philadelphia terechtgekomen? ‘Mijn tante woonde in een beschermde woonomgeving. Ik zag hoe er veel dingen voor haar beslist werden. Haar eigen zeggenschap en regie werden meer ingeperkt dan nodig was. Die ervaring maakt dat ik affiniteit heb met de doelgroep en de wijze waarop hier in Buiksloterham, maar ook binnen heel Philadelphia, begeleiding wordt gegeven vanuit de visie dat mensen zoveel mogelijk in hun eigen kracht gezet worden. Het beste uit jezelf is niet alleen de slogan van Philadelphia. Het is ook echt de filosofie van waaruit gewerkt wordt.’

Buiksloterham is een dorp, waar mensen omkijken naar elkaar
Op de vraag of Otto iets kan vertellen over Buiksloterham, antwoordt hij: ‘Buiksloterham is niet zomaar een project. Van de 138 appartementen zijn er 24 bestemd voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Deze appartementen zijn verspreid over de verschillende woontorens. Je bent hier niet anders dan de andere bewoners. Natuurlijk, je hebt een stukje zorg nodig, maar wel op maat en gericht op zoveel mogelijk eigen regie. Het is de bedoeling dat de wijk Buiksloterham een sociale cohesie ontwikkelt die je kunt vergelijken met een dorp. Begrippen als: veiligheid, geborgenheid, omkijken naar elkaar en elkaar helpen zijn essentieel en worden gestimuleerd door de gemeente en de woningbouwvereniging (Alliantie). Dit zie je terug in de inrichting van de woontorens. Er is gezorgd voor mooi ontworpen centrale ontmoetingsruimten, die uitnodigen om even een kopje koffie te drinken en een praatje te maken. Je kunt zelfs je was doen in de wasbar. De afgelopen weken zijn we heel druk geweest met het schrijven van kaartjes die we in iedere brievenbus hebben gedaan. Hiermee nodigen we alle bewoners uit om lid te worden van een Whatsappgroep. In Buiksloterham wordt niemand buitengesloten en hoort iedereen erbij. Die inclusieve gedachte spreekt mij erg aan.’
Duidelijk zijn, maar niet rigide
‘Momenteel ben ik best druk. Een aantal mensen woont al hier en iedere week komen er nieuwe bewoners bij. We hebben er bewust voor gekozen om niet iedereen tegelijk de sleutel te geven, ook al doet de woningbouwvereniging dit wel bij de reguliere appartementen. Elke week krijgen twee bewoners van een Philadelphia appartement de sleutel. Zo houden we het overzicht en kunnen we de begeleiding bieden die nodig is. De Corona-richtlijnen hebben we op een vriendelijke manier op posters gezet. De richtlijnen gaan bijvoorbeeld over het liftgebruik, het afstand houden en het aantal mensen dat in een appartement aan het klussen of verhuizen mag zijn. Het naleven gaat goed. Natuurlijk vergeet iemand de regels weleens. Dat heb je zelf ook. Ik kan me nog herinneren hoe het aan het begin van de Corona-periode was om naar de supermarkt te gaan. Best spannend toch? En nu vergeet je zelf ook weleens om de juiste afstand te houden. Ik kan alleen maar constateren dat men hier heel betrokken is en zich graag wil houden aan de afspraken die we met elkaar maken.’
Op de vraag of hij nog specifieke tips heeft, antwoordt Otto: ‘Wees vooral duidelijk, zonder rigide te zijn. Handel niet vanuit angst, probeer mensen juist je vertrouwen te geven. Een gesprek aangaan, je inleven in de ander, een vriendelijke manier vinden om afspraken te maken. In de doelgroep waar wij mee werken worden afspraken en regels weleens vergeten. Dat betekent niet dat men er maling aan heeft, maar gewoon dat je de afspraken nog een keertje moet herhalen of op een andere manier bespreekbaar moet maken.’