Sander is 32 jaar en woont in Zwolle samen met zijn partner en hond. Sinds ruim vier jaar werkt hij bij DigiContact. In die periode is hij er even een half jaar tussenuit geweest. Met z’n drietjes maakten ze een rondreis door Engeland. Voordat Sander bij DigiContact kwam werkte hij op woonlocatie van Philadelphia en als ambulant begeleider. Hij tikt al bijna de twaalf en een half jaar aan in de zorg.
We hebben de auto ingepakt en zijn vertrokken
Wat heb je in Engeland gedaan? “Waar sommige mensen de beslissing nemen om op een bepaalde leeftijd ofwel te gaan trouwen of aan kinderen te beginnen, hebben wij besloten een rondreis door Engeland te maken toen het nog kon. We hebben allebei onze baan even op pauze gezet en gezegd, we gaan. We hebben de auto ingepakt en zijn vertrokken. Mooi was dat.”
Hoe ben je bij DigiContact terechtgekomen? “Ik heb altijd gewerkt op woonlocaties en daarna dus ambulant. Nee, ik zeg het verkeerd-om. Ik werkte eerst ambulant en ben toen naar een woonlocatie gegaan. Omdat het fysiek voor mij beter was om iets meer zittend werk te gaan doen ben ik naar DigiContact gegaan. Eerst ben ik gaan kijken of dat bij mij zou passen en vrij snel kwam ik erachter dat dat zo was, dus ben ik hier niet meer weggegaan. Gelukkig maar.”
Als je echte belangstelling toont, ontstaan de mooiste gesprekken
Wat doe je bij DigiContact? “Momenteel werk ik als senior begeleider. In feite ben ik er gewoon om alle gesprekken met cliënten te voeren, overigens ook met medewerkers van woonlocaties als er vragen zijn. Wij proberen door middel van gesprekken en soms wat tips, maar vooral ook door te luisteren en vragen te stellen, ervoor te zorgen dat cliënten weer verder kunnen in hun dag. Of we nemen een dag met ze door of we plannen een dagelijkse herinnering van de medicatie, omdat mensen het anders vergeten. Er zijn zoveel onderwerpen waarover gebeld wordt, ik kan het zo niet bedenken, heel veel.”
Kun je een voorbeeld noemen van een gesprek wat jou echt is bijgebleven? “Ja, een heel positief gesprek, wat ik echt als heel prettig heb ervaren en leerzaam ook, was met een dame. Ze vertelde mij heel erg te houden van fotografie. Nu heb ik zelf niet zo heel veel kennis van fotografie en dat maakt het misschien des te leuker, als je jezelf zo opstelt dat je ook wel wil leren. Ik heb haar vragen gesteld over fotografie en wat zij dan precies deed.”
“Zij vertelde dat ze heel graag foto’s wilde maken van mensen met een beperking, juist om te laten zien hoe mooi die mensen zijn. Zo zei ze het echt letterlijk en dat deed mij wel wat, in positieve zin. Ze zei ook: “Ik ga ook geen filter over foto’s gebruiken. Ik ga ze niet mooier maken dan hij is, want mensen zijn zoals ze zijn en ze zijn mooi zoals ze zijn”. Toen dacht ik: ja, dat is toch echt wel prachtig, als je dat gewoon kan zeggen. Dat vond ik mooi. Het was een heel fijn gesprek, ook al heb ik niet zoveel met fotografie. Als je jezelf zo opstelt dat je van iedereen ook wat wil leren en jezelf echt wil verdiepen dan komen er de mooiste gesprekken uit.”
Zij had een goede elevator pitch. Sander: “Absoluut. Zij gaf ook nog een voorbeeld, ze zei: “Als je nu uit het raam kijkt” – dat deed ik, ik werkte toevallig toen ook thuis en ik keek ook echt uit mijn raam, net zoals ik nu even kan doen – Ze zei: “Ja, het is mistig, maar als ik dan ga doen alsof de zon schijnt, dus ik maak er een hele filter overheen, dan is het nep. Dat is niet wat het is, ik wil een foto echt hebben”. Ja, dat vond ik mooi.”
Iedere begeleider kan iedere cliënt de juiste begeleiding geven
Zie jij kansen voor DigiContact? Waar verdere ontwikkelingsmogelijkheden liggen? Sander: “Hoe bedoel je dat precies?” Er is nu bijvoorbeeld een digitaal verpleegkundig team en nachtmonitoring wordt opgestart. Jij werkt natuurlijk nu al wat jaren bij DigiContact, zie jij nog meer mogelijkheden voor DigiContact om zich verder te ontwikkelen?
“Als je nu kijkt dan zie je dat alle begeleiders kennis hebben van alle mogelijke beperkingen en ziektebeelden. Ik denk dat het goed is om op termijn te gaan inventariseren waar de expertise van iedere begeleider ligt. Dan kun je ook kijken welke cliënt of welke doelgroep het best past bij welke collega, zodat we misschien cliënten daarin nog verder vooruit kunnen helpen. Ik denk dat dat wel een ontwikkeldoel zou kunnen zijn. De begeleidersgroep wordt alleen maar groter, net als de differentiatie binnen de cliëntgroepen en zorgorganisaties. Ja, dan moeten wij ook blijven meegroeien.”
Heb je het idee dat je mensen met een psychische stoornis ook goed kan helpen of ben je als begeleider toch meer ingesteld op mensen met een beperking? “Iedere begeleider kan in principe elke cliënt begeleiden. Waar wij altijd voor zorgen is dat wij alle informatie hebben, daarom voeren wij ook intakes met alle cliënten en met de begeleider erbij. Juist om ervoor te zorgen dat wij de informatie over een cliënt hebben inclusief een juiste begeleidingswijze. In dat opzicht maakt het dus niet uit.”
“Iedereen heeft nu ook al wel zijn eigen expertise, dus we vragen elkaar ook, waar ben jij goed in, kun je mij hierin een beetje helpen? Mijn kennis over de GGZ is wat minder, daar ben ik iets minder in gespecialiseerd, maar dan vraag ik mijn collega’s: Goh, ik liep hier tegenaan, kun je me verder helpen voor een volgende keer of hoe kan ik dat anders doen?”
Wat is jouw specialisme? “Dat is toch de gehandicaptenzorg. Daar kom ik ook echt vandaan en dat heb ik altijd gedaan, dus dan ligt daar wel meer mijn expertise dan bijvoorbeeld bij de GGZ.”
Mijn hond, een bordercollie van 7 jaar, is echt mijn vriend
Wat doe je als je niet aan het werk bent? “Ik houd van sport. Ik kijk graag naar voetballen. Ik zit zelf op kickboksen dat doe ik één of twee keer per week. Dat doe ik weleens met mijn partner en dat doe ik ook weleens met vrienden. Ik heb ook spullen in huis om af en toe wat te trainen. Ik houd van koken, dat vind ik ook leuk om te doen.”
“Oh ja, we hebben een piano en daar probeer ik af en toe wat op te spelen. Maar dat komt er nooit zo van. Al hebben we echt net per vandaag afgesproken dat we ook Zoom meetings gaan volgen voor pianoles, dus dan zal ik wel weer moeten. En in de sneeuw spelen met mijn hond. Dat is heerlijk. Ik heb een bordercollie van zeven jaar, dat is echt mijn vriend.”
Wat vind je het mooiste onderdeel van je werk? “Ik noemde net zo’n voorbeeld van een gesprek wat ik heel erg fijn vind en iets wat mij ook kan raken. Het mooiste vind ik dat je een cliënt echt weer verder helpt en vooral als hij of zij zijn of haar eigen ideeën kan bedenken door middel van vraagstelling. Dat je een vraag stelt en iemand bedenkt zich ineens: “oh, ja misschien zou ik dat ook nog wel kunnen doen.”
“Toevallig vandaag liep iemand er tegenaan dat ze de deur niet uit kon, omdat ze wachtte op een pakketje. Dan stel ik de vraag: “Kun je dan echt je deur niet uit of zijn er ook andere mogelijkheden?” Eigenlijk door middel van vragen kwam ze erachter dat ze ook wel een briefje kon ophangen dat ze het bij de buren konden afleveren. Ja, een simpel voorbeeld, maar je merkt dan toch dat mensen het zelf gaan bedenken en als mensen het zelf gaan bedenken en zelf verder kunnen dan vind ik dat heel mooi.”
Begeleiders hebben soms baat bij een collega die meedenkt
“Wat mij ook altijd heel goed doet zijn de bereikbaarheidsdiensten van locaties. Als ik zo’n consultatiegesprek voer, – hoe we dat zo mooi noemen – dan merk je dat begeleiders op de woonlocaties het prettig vinden om met een collega te sparren die wat meer op afstand staat. Er kunnen soms best panieksituaties ontstaan en dan is het fijn dat wij rustig blijven. Wij zijn daar dan minder een partij in, omdat wij natuurlijk niet een directe band met de cliënt hebben, dus wij kunnen dan misschien iets makkelijker vanuit rust samen met de begeleider de oplossing vinden. Ik vind het heel fijn om de begeleider in zo’n situatie weer verder te helpen en krijg daar geregeld een blijk van dankbaarheid voor terug.”
“Ik kreeg laatst een mailtje van een begeleider. Ze zei: “Wat er gebeurd is, is echt wel heel heftig geweest, maar mocht nog een keer iets voorvallen dan weet ik dat ik bij jullie in goede handen ben.” Dat is toch eigenlijk waar je het voor doet. Mijn rol was helemaal niet zo groot. Ik bedoel, zij heeft het gedaan, zij heeft gehandeld en zij heeft goed gehandeld, maar dat je dan toch nog dat te horen krijgt dat doet me goed.”