Van beroepsmilitair tot digitaal begeleider

Gerard werkt sinds 2017 bij DigiContact. Hiervoor was hij beroepsmilitair. Hij werkte 8 jaar bij het Veteraneninstituut en 5 jaar als re-integratiebegeleider. Op zijn 57stopte zijn loopbaan bij Defensie, maar hij was nog niet toe aan de geraniums. Een vriendin tipte hem dat ze bij DigiContact mensen zochten. Dat was een mooie volgende stap. We interviewden hem over zijn ervaringen als digitaal begeleider bij DigiContact.

De gesprekken variëren van een medicatieherinnering tot een serieus gesprek met iemand die eenzaam is.

Je werkt al een behoorlijk tijdje bij DigiContact. Neem je alle telefoontjes op of heb je een specialisatie? “Ik zou geen specialisatie willen hebben. Ik vind alles fijn om te beantwoorden: van een medicatieherinnering tot een serieus gesprek met iemand die eenzaam is. Op die manier probeer ik mensen te helpen. Hoewel ik het liefst zou willen dat het voor de lange termijn werkt, is dat vaak maar voor dat moment, maar het geeft al het gevoel dat je iemand hebt kunnen helpen.”

Je hoeft niet te integreren, als je een gebroken been hebt gehad. 

Had je, voordat je bij DigiContact ging werken, al ervaring met mensen met een verstandelijke beperking? “Nee, maar ik merkte dat zowel in het Veteraneninstituut als bij het werk als re-integratiebegeleider vaak ook een psychische component speelt. Je hoeft niet te integreren als je een gebroken been hebt gehad. Dat iemand uitvalt, heeft vaak een diepere oorzaak. Ook bij de gesprekken die ik bij DigiContact met mensen heb, probeer ik het achterliggende probleem te ontdekken. Dat is niet anders. Als je daarbij een stukje van jezelf geeft – zoals ik doe – openen mensen zich sneller.” 

Gesprekken blijven me meestal niet bij. De mensen die ik spreek wel.

Is er een gesprek dat je is bijgebleven? “Gesprekken blijven mij eigenlijk niet bij. Op een dag voer ik 20 tot 25 gesprekken. Wat ik doe om na zo’n dag weer te landen, is naar een onnozel televisieprogramma kijken. Daarna ben ik het weer kwijt. Ik kan je wel een voorbeeld geven van een grappig gesprek van laatst. Vanuit Defensie weet ik veel over medicatie en werkzame stoffen. Ik sprak een vrouw die per ongeluk Daktarin, een crème tegen schimmelinfectie, als tandpasta had gebruikt. Ik weet dat je ook Daktarin gel hebt voor mondschimmel en dat de werkzame stoffen daarvan hetzelfde zijn. Daarmee kon ik haar geruststellen.

Gesprekken blijven me niet bij, maar de mensen die ik spreek wel, zoals mensen die het leven niet meer zien zitten. In die gesprekken geef ik erkenning dat het leven zwaar voor hen is en zoek ik naar een opening naar het heden en de toekomst. In sommige gesprekken vind je die opening. Lukt het niet, dan ga je opschalen en hulp zoeken bij de huisarts, 112 of andere instanties. Soms staat ook in een dossier vermeld dat je op zo’n moment de crisisdienst moet bellen.”

Half Nederland heeft last van eenzaamheid. Ook mensen met een verstandelijke beperking.

Wanneer heb je na afloop van een werkdag een voldaan gevoel? “Altijd wel. Voor een gesprek heb ik een agenda met daarin de naam, de tijd en hoelang we het gesprek kunnen hebben. Ook zie je op welke doelen je in het gesprek moet sturen. Laatst sprak ik een man die erg eenzaam is en graag weer meer onder de mensen zou willen komen. Door de coronatijd is dat een moeilijk doel. In zo’n gesprek sluit ik aan bij het gevoel en probeer ik meneer gerust te stellen dat hij hier niet alleen in is. Half Nederland heeft last van eenzaamheid. Iemand kan een licht verstandelijke beperking hebben, maar is vaak niet anders dan mensen zonder beperking. Voor hen is dat fijn om te horen.“

Het is belangrijk om echt naar de mensen te luisteren en ze persoonlijk aan te spreken.

“Op de doelen die in de agenda staan, moet je in het gesprek sturen. Ik giet ze vaak wel in een andere verpakking. Zo zeg ik niet: ‘Denk er morgen aan om u te scheren’, maar: ‘Zorg je ervoor dat je morgenochtend netjes vertrekt?’. Het is belangrijk om echt naar de mensen te luisteren en ze persoonlijk aan te spreken. ‘Hallo mevrouw, hoe is het met u?’ is erg onpersoonlijk. Je voelt je een nummer. Mensen met hun naam aanspreken of een compliment geven over hun kleding of haar is veel persoonlijker.”

Je zei net dat je aan het eind van de dag graag tv kijkt. Heb je nog meer hobby’s? “Mijn kinderen zijn allemaal uitgevlogen. Ze zijn verhuisd of hun huis moest worden opgeknapt. Daar ben ik druk mee geweest. Ook breng ik regelmatig auto’s weg en heb ik daarvoor één of twee keer per maand een lange rit naar het buitenland. Je bent dan alleen maar bezig met rijden, waardoor je hoofd helemaal leeg raakt. Dat is zo fijn. Vissen is ook een hobby die ik graag doe, maar waar ik nooit tijd voor heb.”

Als militair had ik al de droom om te stoppen met werken en zoveel mogelijk te reizen.

Als je nu denkt aan vijf jaar later. Heb je voor dan nog dromen? “Over tweeënhalf jaar stop ik met werken. Als militair had ik al de droom om te stoppen met werken en zoveel mogelijk te reizen. Daar droom ik nog steeds van. Europa heb ik wel gezien en ik heb al vijf of zes lange reizen gemaakt. Australië staat nog op de kalender, voor als dat weer kan.”

Als je DigiContact een advies zou mogen geven voor de komende jaren, wat zie je dan nog als ontwikkelmogelijkheden? “Het werk van DigiContact bestaat uit gesprekken voeren. Ik maak mijn hoofd weer leeg met reizen en auto’s wegbrengen, maar ik kan me voorstellen dat vooral de jeugdige begeleiders dat minder lukt. Ik zou het ideaal vinden als je ook af en toe eens met de voeten in de klei staat, ook een dag meeloopt op locatie. Het is een onderbreking van je werk en je kunt de locatie direct kennis laten maken met DigiContact.”