Veiligheid voorop bij nachtmonitoring

DigiContact is sinds december 2020 begonnen met nachtmonitoring op woonlocaties. Hierbij is een team met begeleiders gedurende de nacht beschikbaar voor cliënten en begeleiders van deze locaties. Met DigiContact begeleiders Alwin en Ludo spraken wij over hun ervaringen van de eerste maanden. Dit is het verhaal Alwin. 

Laten we bij het begin beginnen. Wie ben je? Mijn naam is Alwin en ik ben 32 jaar. Ik woon in Amersfoort en werk sinds december 2020 bij de nachtmonitoring van DigiContact. Ik werk er dus sinds het begin. 

Hoe ben je daar terecht gekomen? Al sinds 2008 ben ik werkzaam in de zorg. Ik heb altijd als woonbegeleider met verschillende doelgroepen gewerkt en wilde graag iets anders. Ik wilde voornamelijk regelmatiger gaan werken, maar ook een andere manier van zorg aanbieden. Op dat moment kwam de nachtmonitoring van DigiContact om de hoek kijken en dat leek mij een mooie vorm. Ik was gewend om op de werkvloer fysiek zorg te bieden. De zorg van DigiContact is digitaal en op afstand. Dat is dus een hele andere manier. Daarnaast brengt de nachtmonitoring regelmaat met zich mee, wat mij ook erg aansprak.

Het is een vorm van nabijheid die de cliënt zelf kan opzoeken.

Wat voegt DigiContact en nachtmonitoring in jouw ogen toe aan de zorg? In het algemeen voegt DigiContact voor mij veel toe met de zorg die zij op afstand bieden. Het is een vorm van nabijheid die de cliënt zelf kan opzoeken. Dat geldt ook voor de nachtmonitoring. Wij bieden daarmee zorg op afstand zonder dat de cliënt daar ’s nachts wakker van wordt. Een cliënt ervaart gewoon de rust van de nacht, terwijl hij of zij in de gaten gehouden wordt. Dat biedt veiligheid.

Het biedt begeleiders ook veiligheid en bovendien ontlasting. Zij kunnen er namelijk vanuit gaan dat ze gerust kunnen slapen, omdat er iemand meekijkt. Ook weten ze dat, op het moment dat ze wakker gebeld worden, er echt iets aan de hand is. Nadat een cliënt voor de nachtmonitoring is aangemeld, maken we namelijk afspraken over wanneer de slaapdienst wakker gebeld moet worden. Wij krijgen meldingen binnen op ons monitoringssysteem. Dat kunnen verschillende meldingen zijn. Zodra we een melding binnenkrijgen, kijken wij de camerabeelden met geluid terug. Als het volgens de gemaakte afspraken nodig is, dan bellen we de slaapdienst op de locatie wakker. Het is niet altijd nodig. We krijgen namelijk ook meldingen binnen van een cliënt die bijvoorbeeld naar de wc gaat. Bij sommige cliënten hoeft daar niemand bij te zijn, waardoor de slaapdienst dan niet wakker hoeft te worden. Zo ontlast het de begeleiders. 

De slaapdienst kan ’s nachts slapen en wij houden de cliënten in de gaten.

Er zit een verschil tussen de nachtzorg en de normale zorg van DigiContact. Kun je dat uitleggen? Bij DigiContact kunnen cliënten zelf met een vraag inbellen en bij de nachtmonitoring werkt dat andersom. Op het moment dat het nodig is, bellen wij de begeleiders die slaapdienst hebben wakker. De slaapdienst kan ’s nachts slapen en wij houden als nachtmonitoring de cliënten in de gaten. 

De nachtmonitoring zie ik als een toevoeging op de zorg van DigiContact. Naast dat wij er zijn als nachtmonitoring, is DigiContact ook 24 uur per dag bereikbaar. Als een cliënt ‘s nachts wakker wordt en wil inbellen, dan kan dat ook nog steeds. Daarnaast kunnen wij ook gebruikmaken van de expertise van DigiContact. 

Hoe kan dat bijvoorbeeld gaan? Er kan zich een situatie voordoen waarin wij met iemand willen sparren. Dan kunnen we iemand van DigiContact vragen om bijvoorbeeld samen naar beelden te kijken of een geluidsopname te beluisteren. Het is wel eens voorgekomen dat een cliënt haar deur van binnenuit op slot draaide, waardoor de begeleider op locatie niet naar binnen kon. Op dat moment wil je snel overleggen over wat handig is om te doen: spreken we zelf de cliënt aan of zetten we een actie uit? 

We krijgen meldingen van een epileptische aanval, maar ook van mensen die de slaapkamer verlaten.

Wat voor soort meldingen krijgen jullie binnen? Het zijn verschillende meldingen. Het kan bijvoorbeeld een melding zijn van een epileptische aanval, maar ook van iemand die de slaapkamer verlaat, wanneer dat niet de bedoeling is. We krijgen soms ook meldingen binnen van iemand die hulp nodig heeft op het toilet. Het kan dus van alles zijn.  

Wat is een bijzondere, leuke situatie die je met de nachtmonitoring hebt meegemaakt? Wij monitoren een cliënt die ’s nachts nogal beweeglijk kan zijn. Laatst kwam het voor dat ze haar salontafel had verschoven. Ergens is dat grappig, maar tegelijkertijd is het ook een risico voor valgevaar. De salontafel stond namelijk in het looppad. Daarom belde ik gelijk naar de slaapdienst op de locatie. Ik legde de situatie uit en ze kwamen gelijk in actie. Nog geen minuut later zagen we dat de slaapdienst bij de cliënt was. Ze zetten de tafel terug en begeleidden de cliënt weer rustig naar bed. 

Kun je iets vertellen over de systemen waar jullie mee werken? We werken met drie systemen: Hertek, Milestone en ECD Cura. Hertek is een systeem waarop je de meldingen ziet binnenkomen en Milestone is het monitoringssysteem waar je continu het beeld van bijvoorbeeld een slaapkamer of woonkamer op ziet. In ECD Cura rapporteren wij acties die zijn uitgezet.

Een melding komt via Hertek op je scherm binnen. Je ziet om welke locatie, cliënt en kamer het gaat. Je klikt op de melding en krijgt gelijk een camerabeeld met geluid te zien. Op basis daarvan kun je handelen. In het systeem kunnen we ook klikken op de knop ‘Bewoner’. Dan krijgen we de afspraken te zien die met de cliënt, verwanten en begeleiders over deze cliënt zijn gemaakt. Als we een melding binnenkrijgen en daar een actie op uitzetten, dan rapporteren we dat in ECD Cura, zodat dat zichtbaar is voor de begeleiders op de locatie.

Er worden precieze afspraken gemaakt over de tijdvakken waarbinnen we monitoren.

Hoe wordt hierin de privacy van de cliënt gewaarborgd? Voordat een cliënt voor de nachtmonitoring wordt aangemeld, gaan we met de cliënt en zijn of haar verwant in gesprek over de privacy van de cliënt. Er worden afspraken over gemaakt, onder andere over de precieze tijden waarin wij een cliënt monitoren. 

Waarom heb jij gekozen voor ’s nachts werken? Ik heb hiervoor gekozen, omdat ik meer regelmaat in mijn leven wilde. Ik werkte hiervoor onregelmatig, waardoor ik afwisselend vroeg of laat sliep en soms ook ’s nachts moest werken. We werken bij de nachtmonitoring met blokken van vijf of zes dagen achter elkaar waarop je werkt. We werken dus niet twee dagen wel, één dag niet en weer een dag wel. Dat zorgt voor een goede balans. 

Wat doe je als je niet aan het werk bent? Dan ben ik veel te vinden in het bos met mijn hond. Ik ben bij mijn familie of vrienden, met hen lekker een hapje aan het eten of naar de bioscoop.   

Nachtmonitoring kan een toegevoegde waarde zijn voor woonlocaties.

Wat zou je willen zeggen tegen woonlocaties die nachtmonitoring overwegen? Nachtmonitoring kan een toegevoegde waarde zijn voor woonlocaties. Cliënten worden niet verstoord in hun nachtrust en begeleiders die slaapdienst hebben, zijn over het algemeen ook minder vaak wakker. Ik zou zeggen: Probeer het uit!

Heb je interesse en wil je meer informatie? Neem dan contact op met de projectleider van DigiContact via aanvragen@digicontact.nl

Nachtmonitoring draagt bij aan de veiligheid van cliënten

Sinds december 2020 is DigiContact gestart met nachtmonitoring. Een team met begeleiders is gedurende de nacht beschikbaar voor cliënten en begeleiders binnen woonlocaties. Wij gingen in gesprek met DigiContact begeleiders Alwin en Ludo over de ervaringen in de eerste maanden. Dit is het verhaal van Ludo.

Stel je jezelf even voor? Mijn naam is Ludo. Ik ben 27 jaar en ik kom uit de Zaanstreek. Ik werk voor DigiContact en ik ben uitgekozen om dit nieuwe project op te starten.

Kun je iets uitleggen over dit nieuwe project? Het betreft nachtmonitoring voor cliënten die ’s nachts toezicht nodig hebben. Ons systeem registreert beweging en geluiden. Op het moment dat er een melding binnenkomt kijken wij of er hulp nodig is. Gaan mensen gewoon naar het toilet of draaien ze zich om in bed, dan is er geen reden tot zorg. Is er wel iets aan de hand, dan bellen wij de wacht of een andere contactpersoon die snel ter plekke kan zijn. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat iemand een epileptische aanval heeft of in paniek is. Door deze vorm van monitoring toe te passen kan de slapende wacht vaker doorslapen en is er voor de wakkere wacht iemand die een extra oogje in het zeil houdt. Soms kan een wakende wacht naar een slapende wacht worden omgezet.

De slapende wacht hoeft niet voor ieder geluidje het bed uit.

Hoe kom je bij DigiContact terecht en wat heb je hiervoor gedaan? Ik ben hiervoor beveiliger geweest en ik heb in die functie ook veel nachtdiensten gedraaid. De reden waarom ik op deze baan heb gesolliciteerd is omdat ik het mooi vind om beveiliging en de veiligheid van cliënten te combineren. Omdat ik als beveiliger twee nachtdiensten in de week deed, en vervolgens nog dagdiensten erbij, werd mijn ritme verstoord. Nu ik bij DigiContact alleen maar nachtdiensten doe, is er een nieuw natuurlijk ritme in mijn leven en dat vind ik belangrijk. Ik merk dat ik daardoor veel meer energie heb op de dagen dat ik vrij ben. In mijn vrije tijd sport ik veel. Bijvoorbeeld klimmen, een potje honkbal spelen of paintballen. Als ik thuis iets voor mezelf doe dan ben ik vaak bezig met schilderen.

We ontwikkelen met elkaar een geheel nieuwe dienst.

Wat trok je precies in deze baan? Deze baan was voor mij was de mooie kans om echt wat te betekenen in het team. Bij al mijn vorige banen was het zo dat er werd verteld wat ik moest doen. Hier is het zo dat ik zelf mijn eigen input kan geven. Als er dingen niet lekker lopen kan ik daar mijn eigen draai aan geven en kan ik er mijn mening over uiten. We zijn met elkaar bezig een geheel nieuwe dienst te ontwikkelen. Dat maakt het uitdagend en heel prettig werken.

Wat voegt DigiContact in jouw ogen toe aan het zorgaanbod? Het belangrijke van DigiContact is dat er altijd iemand cliënten te woord kan staan. Als wij er niet zouden zijn waren zij alleen aangewezen op de begeleiders die fysiek aanwezig zijn. Zijn die niet de hele dag op de locatie, of even bezig met een andere taak, dan is er niemand bereikbaar. Als een cliënt op dat moment een vraag heeft, hoeft hij deze niet uit te stellen, maar kan hij altijd DigiContact bellen. Dat kan een simpele vraag zijn, maar ook gaan over relaties of medicatie. In principe kan het over van alles gaan. 

Wij ontlasten de begeleiders en geven zowel hen als de cliënten een veilig gevoel.

Welke voordelen heeft de nachtmonitoring? Het grote voordeel van de nachtmonitoring is dat wij de begeleiding die fysiek aanwezig is kunnen ontlasten. Als zij zelf alle meldingen zouden opvolgen, moeten zij twintig keer uit bed om elk klein dingetje te controleren. Dat terwijl er negentien keer niets aan de hand is. Dus die ene keer dat er wel wat aan de hand is kunnen wij de wacht waarschuwen en aangeven wat er aan de hand is. Dat geeft veel rust voor de begeleiding. Die kan in principe rustig gaan slapen en wachten tot de telefoon gaat.

Ook als er ’s nachts wel een begeleider is die wakker blijft, is nachtmonitoring een veilig gevoel. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat iemand hulp nodig heeft, terwijl de begeleider net met een andere client bezig is. Wij signaleren dit en kunnen dan de begeleider waarschuwen of zelf ondersteuning op afstand bieden. 

Kun je een voorbeeld geven? Wij hebben een cliënt gehad die blind en dement was. Door een verstoord tijdsbesef kwam het voor dat hij zich om drie uur ’s morgens ging aankleden en dan in de woonkamer ging zitten wachten totdat de begeleiding langskwam. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Hij heeft ook gewoon zijn nachtrust nodig. Dan kunnen wij de begeleiding wakker bellen om die persoon weer terug naar bed te begeleiden. Een andere mogelijkheid is dat wij zelf het gesprek aangaan via de intercom. Zo hebben we deze cliënt meerdere malen kunnen begeleiden en ervoor kunnen zorgen dat hij terug naar bed ging. 

Jullie zitten dan achter een computer en zien dat gebeuren? Hoe werkt dat? Wij zitten achter een monitorsysteem. Als wij een melding binnenkrijgen activeren we het systeem. Dan zien wij de camerabeelden en de afspraken die met de betreffende locatie gemaakt zijn. Als wij de situatie niet vertrouwen gaan wij bellen. Als er wel een geluid is, maar er is verder niks aan de hand, dan kan de slapende wacht lekker doorslapen.

Wij kunnen de begeleider ook op afstand ondersteunen bij een calamiteit.

Wat zijn de voordelen voor de fysiek aanwezige begeleider?
Naast een betere nachtrust voor de slapende wacht en een extra oogje in het zeil voor de wakkere wacht is een ander voordeel. Dat is dat wij hem/haar kunnen ondersteunen als er echt iets aan de hand is. Bijvoorbeeld als iemand gereanimeerd moet worden. Dan kan de begeleider ons verzoeken om 112 te bellen. Dit omdat diegene zijn handen op dat moment vol heeft. Mocht er iets gebeuren waar onduidelijkheid of twijfel over is, dan hebben wij veel informatie beschikbaar. Het is ons uitgangspunt dat we elke situatie samen tot een goed einde brengen.

Welke apparatuur gebruiken jullie? Op dit moment gebruiken wij twee systemen. Hertek en CLB. Deze systemen bieden allebei de mogelijkheid tot continue-monitoring en het aansluiten van allerlei soorten zorgdomotica.

Wij krijgen meldingen binnen op het moment dat bepaalde sensoren afgaan. Dat kan een deurmelder zijn, een bewegingsmelder of een epilepsiemat. Op het moment dat wij die melding binnenkrijgen kunnen wij kijken wat er aan de hand is. In de sanitaire ruimtes zijn melders waar cliënten zelf aan kunnen trekken op het moment zij hulp nodig hebben. Continu-monitoring wil zeggen dat we naast de meldingen ook live kunnen zien wat er gebeurt. 

We monitoren alleen wat we vooraf hebben afgesproken.

Hoe gaan jullie om met de privacy? Privacy is heel belangrijk. We houden de cliënt in de gaten tijdens de vooraf afgesproken situatie. Buiten deze tijden controleren we natuurlijk helemaal niets. Heeft een persoon iemand op bezoek, dan bepalen we in overleg met de begeleiders of we wel of niet gaan monitoren zolang het bezoek er is. 

Kun je tot slot een voorbeeld noemen van een bijzondere situatie die je hebt meegemaakt? Wij hebben een cliënt die vaak probeert weg te lopen. Ze probeert dan van de locatie te ontsnappen en dat is niet de bedoeling. Ze kan snel vallen en dat is gevaarlijk. Door het meldingssysteem kunnen wij op tijd aan de bel trekken en de begeleiding waarschuwen. Je moet er niet aan denken dat zij ongemerkt naar buiten loopt of van de trap valt. 

Ik ben hulpverlener, maar dat wil niet zeggen dat ik het beter weet

Onlangs introduceerde DigiContact een nieuwe teampagina op haar website. Hier vind je onder meer foto’s van de begeleiders, verhalen en vacatures. Om nader kennis te maken met het team, interviewen we elke maand een DigiContact medewerker. Deze keer is het de beurt aan Daisy.  

Hallo Daisy, stel je jezelf even voor? “Mijn naam is Daisy. Ik werk nu bijna twee jaar, sinds april 2019, bij DigiContact. Mijn ervaring zit vooral in de psychiatrie en verslavingszorg. Dat breng ik ook mee in de gesprekken die ik voer. Ik heb SPH gestudeerd en ben daarna mijn loopbaan begonnen bij een buitenschoolse opvang. Op een gegeven moment ben ik via invalwerk voor een uitzendbureau de psychiatrie binnengeloodst. Uiteindelijk ben ik gaan werken bij een psychiatrische kliniek.”

Terug de samenleving in, daar werkte je met elkaar naartoe.

Wat deed je daar? “Daar was ik groepsbegeleider. Ik had wisselende diensten op een gesloten afdeling voor mensen met psychoses of persoonlijkheidsproblematiek, die ook in aanraking waren gekomen met justitie. Ik ondersteunde hen bij het dagelijks leven, door bij de lunch aan tafel te zitten of bij het avondeten. Het was echt een groepsgebeuren, waar iedereen taken had in huis en ook werkte aan zijn/haar eigen doelen. Die waren vastgelegd in behandelplannen, waar wij ook bij DigiContact mee werken. 

Ik observeerde het gedrag en zorgde dat het ‘schoon bleef’. Dat wil zeggen dat er geen middelen binnenkomen. We deden blaas- en urinetesten om te checken of mensen niet gebruikten. Ging het goed dan konden de bewoners doorstromen naar groepen met minder controle. Uiteindelijk stroomden ze uit naar begeleid wonen met ambulante ondersteuning. Dat is dan de ideale situatie, weer terug de samenleving in. Daar werkte je met elkaar naartoe.” 

Je kunt gebruik niet altijd rigoureus verbannen.

Wat maakte dat je dacht: ‘DigiContact, dat lijkt me wel wat?’ “Waar ik tegenaan liep bij de gesloten inrichting is dat het heel goed is dat mensen gestabiliseerd worden, maar op een gegeven moment is het nodig om door te stromen. Dan moet de regie weer terug naar de cliënt. Daarbij blijf je soms zitten in een spanningsveld tussen wat kan iemand en wat mag iemand. Je was soms een beetje een politieagent. Dat vond ik niet leuk. Er zitten mensen achter met mogelijkheden, alleen laten de regels het niet toe om dat te verkennen. Uiteindelijk ben ik bij een instelling voor begeleid wonen gaan werken, waar je die doorstroom meemaakt. Ook daar heb je weer de nodige uitdagingen. 

Je kunt gebruik denk ik niet altijd rigoureus verbannen. Soms is het beter om mensen te leren ermee om te gaan. Dat wordt alleen niet overal getolereerd. Het zou fijn zijn als er een tussenfase zou zijn waarin gebruik wel gedoogd wordt. Een fase waarin het leven weer opgepakt kan worden zonder rebels gedrag, juist vanwege de grote hoeveelheid regels. Het kostte me op een gegeven moment te veel energie. Ik wil juist de regie zoveel mogelijk teruggeven. Niet: ‘Jij mag dit niet’, maar: ‘Oké, vertel, wat heb jij nodig? Waar zit je mee? Hoe kan ik jou op een lichte manier begeleiden, waarbij wij op een gegeven moment misschien veel minder nodig zijn?’ Dat iemand het gevoel krijgt: ‘Ik kan dit aan en ik kan verder’. Dat was ook wat mij aantrok bij DigiContact. Letterlijk op afstand mensen ondersteunen om zo zelfstandig mogelijk te leven.” 

Ieder gesprek vraagt weer om een andere benadering.

Je komt uit de GGZ. Voer je dan ook alleen maar gesprekken met cliënten uit die hoek? “We zijn allemaal allround en kunnen met iedere cliënt gesprekken voeren. Hoe het gesprek verloopt ligt vooral aan de cliënt. Wat heeft hij/zij op dat moment nodig. Als ik vragen heb over LVB-problematiek vraag ik dat aan mijn collega’s en zij kunnen ook aan mij vragen hoe iets gaat binnen de GGZ. Ik zit ook bij het team deskundigheidsbevordering om te kijken over welke onderwerpen we binnen DigiContact meer zouden willen leren. Niet zozeer dat de mensen in dit groepje degene zijn die alles weten, maar we proberen de informatie en kennis te verzamelen en mensen te vinden die ons er meer over kunnen vertellen.

We merken wel dat er meestal sprake is van aanvullende problematiek. Of beter gezegd: een combinatie van factoren. Hierbij gaat het vaak meer om het beïnvloeden van gedrag dan het feit of iemand wel of niet licht verstandelijk beperkt is. Er zijn bijvoorbeeld mensen die zelfstandig wonen en veel drinken. Omdat ze ambulante hulp krijgen en DigiContact kunnen bellen, kunnen we hen leren hier bewust mee om te gaan, zonder het te verbieden. Je hebt te maken met de intelligentie en het begrijpend en empathisch vermogen van mensen. Hoe werkt het in hun brein? Dat vraagt iedere keer weer om een andere benadering.

Er is bijvoorbeeld een autistische man met een verslaving die aangesloten is bij DigiContact. Het gaat bij hem niet om het stoppen, want dat lukt hem niet, maar wel om het reduceren van het gebruik. Zodat hij nog wel kan functioneren en naar de dagbesteding gaat. We vragen dan bijvoorbeeld: ‘Hoe zit het met je zucht of je trek? Lukt het je als er een nare gebeurtenis is?’ Zijn vader was onlangs overleden. Hoe gaat hij daarmee om? Hoe verwerkt hij dat? Kan hij daar ook iets anders voor vinden dan alleen maar te drinken? Dat soort dingen. Dat vind ik heel interessant.”

Het hondje dat ik uitlaat is best een angstig beestje. Ik heb een goede band met hem opgebouwd.

Wat doe je in je vrije tijd? “Ik heb een pas waarmee ik voor een vast bedrag per maand ongelimiteerd naar de bioscoop kan. Ik ben zelfs een keertje, toen ik een week vrij was, een uitdaging aangegaan om elke dag naar een film te gaan. Het is me bijna helemaal gelukt. Eén dag kon ik niet, dus toen ben ik op één dag twee keer op de dag naar de film geweest. Het zijn filmhuisfilms, waarin bijzondere of interessante onderwerpen voorbijkomen. Thema’s zoals feminisme vind ik bijvoorbeeld interessant. Ik zag een documentaire over Gloria Steinem, een journaliste en activiste uit de jaren ’50, die streed voor feminisme en tegen vrouwenonderdrukking. 

En ik hou van honden. Omdat ik in een huis woon waar huisdieren niet toegestaan zijn, ben ik een vrijwillige hondenuitlater. Via een website ben ik in contact gekomen met een dame die soms overdag geen tijd heeft om haar hondje uit te laten. Ik kan door mijn onregelmatige werktijden makkelijk een keer voor mijn late dienst of op een vrije dag haar hond uitlaten. Dat is hartstikke leuk, want ik bouw een goede band met de hond op. En ik weet wat ik kan verwachten als ik zelf ooit een hond neem. Daar word ik heel blij van.”

Wat voor hond is het? “Het is een beetje een mix tussen een Jack Russell en nog iets. Het baasje heeft de hond als pup uit het asiel gehaald. Hij is volgens mij wat getraumatiseerd, want het is best een angstig beestje. Toen zij hem kreeg was zij al de vierde eigenaar, dus ik weet niet wat er is gebeurd in de tijd dat ie heel jong was. Maar dat merk je gewoon, dat hij heel angstig is. Dat we heel goed klikken, voelt daarom heel goed voor mij. Het is een heel lief, gevoelig hondje. De eerste paar keer moest hij wel een beetje grommen: ‘Wie ben jij?’ Nu als ik kom zit hij helemaal te springen: ‘Je bent er weer’.”

Ik schroom moeilijke onderwerpen niet.

Even terug naar je werk. Wat vind je het mooiste onderdeel daarvan? “Je gaat met iemand een gesprek aan, en iedere keer is het opnieuw de vraag waar het over zal gaan. Ik hou van het luisteren naar iemand. Wat is er nu werkelijk aan de hand en wat zegt iemand nu echt? Wat voor hulp heeft iemand nodig? Kleine vragen stellen waardoor iemand denkt: ‘Dat kan ik misschien ook gaan doen’, of: ‘Misschien kan ik zelf hulp inzetten om iets te bespreken of iets te gaan doen.’, of: ‘Zo heb ik het niet bekeken.’. Dat je iemand op weg kan helpen. 

Ik schroom moeilijke onderwerpen niet, zoals over seksualiteit, liefde of zelfmoord. Dan vraag ik bijvoorbeeld: ‘Gaat het erom dat je echt dood wilt, of gaat het erom dat je van deze situatie weg wilt?’ Dat vind ik mooie gesprekken. Maar er komt zoveel meer voorbij. Ik herinner me een voorbeeld van een nachtelijk gesprek met een begeleider van wie een cliënt die nacht in een hospice overleden was. Die begeleider moest het even kwijt omdat ze het op dat moment met niemand anders kon delen. 

Soms is er paniek. Dat kan zowel bij een begeleider zijn als bij een cliënt. Dan is het fijn voor hen om even een klankbord te hebben. ‘Heb ik overal aan gedacht?’ ‘Heb ik er wel alles aan gedaan?’ Dat iemand na zo’n gesprek met een gerust hart naar huis kan of kan gaan slapen, dat zijn de mooie dingen. Ik ben een soort van praatpaal. Of nee, een luisterpaal eigenlijk. Ik vraag dingen waardoor iemand denkt: ‘Dit heb ik goed gedaan of hier kan ik mee verder, of ja, dat hebben we allemaal, het is niet zo gek.’ Wij zijn niet zo verschillend. Ik ben wel hulpverlener, ik heb gestudeerd, maar dat wil niet zeggen dat ik beter ben of meer weet.”

Wat het brein doet om je te beschermen, dat vind ik zo fascinerend.

Die gelijkwaardigheid in het gesprek, dat vind je belangrijk? “Ja. Dat doet me denken aan een nieuwe cliënt. Dat is iemand die een traumatisch verleden heeft. Misbruik, gebruik, heel veel mensen die zijn overleden. Het lijkt alsof zij het intelligentieniveau van een vierjarige heeft, omdat zij door die trauma’s terug is gegaan naar een punt waar ze zich veilig voelde. Ze wil zich afschermen van al die pijnlijke dingen. Wanneer je weet wat de achtergrond is, denk je niet: ‘Wat is dit voor een kinderachtig iemand?’, maar je snapt waarom zij zo is geworden. De boodschap die je uitzendt is: ‘Ik luister naar je en ik ben er voor je.’ Het is wel heel bijzonder. Wat het brein allemaal kan doen om zichzelf te beschermen en toch nog te functioneren. Dat vind ik zo fascinerend.”

Onze bewoners zijn zelfredzamer, zelfstandiger en trotser op zichzelf

Door middel van (beeld)bellen levert DigiContact ondersteuning op afstand aan mensen die een steuntje in de rug nodig hebben. Dit doet zij in samenwerking met begeleiders van zorgorganisaties die de begeleiding bij mensen thuis of binnen een woonlocatie verzorgen. Babs Vuijk is projectleider innovatie en projecten bij Philadelphia. In haar vorige functie als manager zorg & begeleiding zette zij DigiContact in bij woonlocatie Delftzicht. We spraken haar over haar ervaringen.

Er werd gedacht dat het een bezuiniging was, maar dat is het absoluut niet.

Hoe ben je in aanraking gekomen met DigiContact? “In mijn vorige functie was ik manager van locatie Delftzicht van Philadelphia. Daar zijn we drie jaar geleden begonnen met het inzetten van DigiContact. We werkten daar op dat moment met een slaapdienst die ’s nachts op de locatie verbleef en er tot de volgende ochtend sliep. We merkten dat de begeleiders de enigen waren die daar profijt van hadden. Zij sliepen goed, maar de cliënten niet. Cliënten gingen ’s nachts gewoon de hort op. Ik merkte dat hierdoor uren werden ingezet op tijdstippen dat cliënten het niet nodig hadden en er daardoor, op de tijdstippen dat ze het wel nodig hebben, geen uren meer beschikbaar waren. Dat vond ik zonde. Toen ben ik drie jaar geleden bij Delftzicht begonnen met het implementeren van DigiContact. Dat is ook wat ik de komende jaren bij Philadelphia ga doen. Ik doe dat omdat ik er absoluut in geloof dat het wat toevoegt voor de cliënten en het team.”

Zag je direct iets in DigiContact toen je er voor het eerst van hoorde? Hoe ging dat? “Ik sta altijd wel open voor allerlei nieuwe dingen. Toen DigiContact ontwikkeld werd, dacht ik dat het een antwoord kon zijn op de vraag naar andere manieren van begeleiden. Ik heb dat eerst voor mezelf uitgedacht en met een collega besproken. Hoe ga ik dat dan doen? Hoe pakken we dit aan? Ik wist dat er weerstand zou komen, zowel van teamleden als van cliënten en verwanten, maar ik heb altijd geloof gehad dat ze het konden. Die weerstand kwam inderdaad. Er werd gedacht dat het een bezuiniging was, maar dat was het niet. Het is gewoon een manier om medewerkers in te zetten op tijdstippen waarop de cliënten dat nodig hebben.”

De weerstand is weg omdat iedereen gemerkt heeft hoe de cliënten gegroeid zijn.

Er is nu inmiddels al wat tijd overheen gegaan. Hoe is het nu? “De weerstand in Delftzicht is weg. Dat komt omdat iedereen gemerkt heeft hoe de cliënten gegroeid zijn in hun eigen leven. Medewerkers merken dat het heel fijn is dat het rooster nu zo is ingericht dat ze met z’n tweeën werken, in plaats van alleen. Dit doet me denken aan het eerste telefoontje dat ik kreeg toen we eenmaal het nieuwe rooster hadden. Een begeleider belde me op en zei: ‘Wat denk je dat ik nu aan het doen ben? Ik ben met een groepje cliënten in een supermarkt en ik ben ze aan het leren dat je producten kunt kopen die op ooghoogte liggen, maar dat je ook op de rij daarboven of -onder kunt kijken. Dat zijn vaak goedkopere producten waar hetzelfde in zit.’ Ze had de tijd en mogelijkheid om de cliënten te leren hoe ze met geld om kunnen gaan en inmiddels gaan bewoners gewoon zelf boodschappen doen. Ze hebben de hulp niet meer nodig. 

Hetzelfde geldt voor een cliënt die zich eerder altijd versliep. Toen we met DigiContact startten, belde zij hem steeds wakker en nu staat hij zelf op tijd op en is hij op tijd op zijn werk. Dat is die groei die de bewoners hebben doorgemaakt. Dat had ik van tevoren nooit zo in kunnen schatten.”

De veiligheid van bewoners is met DigiContact goed geborgd.

Dus het is eigenlijk nog beter dan je had verwacht? “Ja, absoluut. Ik werd een keer opgeroepen toen er overdag een incident plaatsvond. Er was op dat moment geen begeleiding, dus de bewoners hadden DigiContact gebeld. Het is je grootste angst als manager van een locatie dat er echt een incident plaatsvindt. Ik zag toen hoe de samenwerking tussen bewoners en DigiContact was en dat het zoveel toevoegt. De veiligheid van de bewoners is hiermee goed geborgd.”

Zie je verschil in het soort vragen waarmee cliënten DigiContact bellen of naar de begeleiders stappen? “Het heeft vooral met het tijdstip te maken. Bewoners kunnen nu hulp vragen wanneer ze dat nodig hebben en weten ook dat ze dan meteen antwoord hebben, of het nou ’s nachts of ’s ochtends vroeg is. Ze kunnen met hun hulpvraag gewoon 24/7 terecht en ik denk dat dat wel de grootste toevoeging is. De begeleiders van DigiContact stimuleren de bewoners ook om zo veel mogelijk zelfstandig te doen.”

Als er een incident heeft plaatsgevonden, kunnen begeleiders hun verhaal kwijt bij DigiContact.

Begeleiders hebben de mogelijkheid om zelf met DigiContact te bellen. Zie je dat als meerwaarde? “Voorheen werd je als manager van een locatie weleens door begeleiders gebeld in het weekend en DigiContact heeft dat overgenomen. Als er wat is gebeurd of een begeleider wil gewoon even sparren met een collega, dan bellen ze DigiContact. Daar is inmiddels ook een verpleegkundig team bij wie je met medische zorgvragen terecht kunt. Ik denk ook echt dat het heel veel toevoegt, omdat de begeleiders bij DigiContact weten waar ze over praten, ook al zijn ze op afstand.”

Zie je dat er veel gebruik van wordt gemaakt? “Er wordt het meest gebruik van gemaakt bij calamiteiten, bij ernstige dingen die niet binnen de normale begeleiding plaatsvinden. Dan willen begeleiders even sparren of hun eigen gevoel van onrust kwijt. Als er bijvoorbeeld een incident heeft plaatsgevonden en alles is afgerond, kunnen ze bij de collega’s van DigiContact hun verhaal kwijt.”

Er is meer tijd om cliënten te helpen te groeien en zich te ontwikkelen.

Is het werk van begeleiders op locatie veranderd door de samenwerking met DigiContact? “Het werk is voor de begeleiders zeker veranderd. Dat is niet alleen omdat ze nu tijdens een dienst met z’n tweeën werken, in plaats van alleen, maar ook omdat simpele hulpvragen meteen opgelost worden door DigiContact. Hulpvragen blijven daardoor niet liggen en cliënten hoeven niet te wachten tot er een begeleider is. De vraag kan gelijk beantwoord worden door DigiContact en daardoor heeft de begeleider meer tijd om andere dingen te ontwikkelen, samen met cliënten. Dat zie ik als een wezenlijke verandering.”

“Doordat hulpvragen van cliënten nu 24/7 beantwoord worden, is er meer tijd om andere dingen met cliënten op te pakken. De begeleiders kunnen cliënten meer helpen te groeien en zich te ontwikkelen en er is meer tijd voor een-op-een gesprekken.”

Cliënten zijn zelfredzamer geworden, leven zelfstandiger en zijn trotser op zichzelf.

Hoe kijk jij nu terug op de afgelopen drie jaar met DigiContact? “Ik heb altijd geweten dat cliënten dit konden en dat het wat toe zou voegen, maar ik heb zelf nooit van tevoren kunnen voorzien hoe enorm cliënten hierin zijn gegroeid. Ik vind dat het mooiste wat er is gebeurd.”

Waar zit die groei hem bijvoorbeeld in? “De groei in zelfstandigheid, in zelf beslissingen nemen, in zelf boodschappen doen, in geen hulp meer hoeven te vragen en eigenlijk net zo’n leven te leiden als ieder ander in de maatschappij. Zelf wakker worden en op tijd op je werk zijn. Het klinkt als hele kleine dingen, maar voor cliënten zijn het enorme groeimomenten die ze doormaken. Ik denk dat de groei bij cliënten ook zit in het gevoel van eigenwaarde en het gevoel dat ze het zelf kunnen en niet altijd fysieke begeleiding nodig hebben, omdat ze DigiContact kunnen bellen. In de loop der jaren heb ik ook gemerkt dat cliënten niet voor alles meer hulp van begeleiding nodig hebben, maar dat ze steeds meer in staat zijn om zelf tot oplossingen te komen. Ze zijn zelfredzamer geworden, leven zelfstandiger en zijn trotser op zichzelf. Ja, dat vind ik echt het mooiste effect van de inzet van DigiContact.”

De kracht van de combinatie van een fysiek en een digitaal team

We zijn op bezoek bij een DigiLocatie, die geopend is op 1 juli 2020. Hier wonen 25 mensen zelfstandig in een eigen appartement. De begeleiding wordt gevormd door een kernteam en een digitaal team. Met Karin van Beek, manager zorg & begeleiding bij Philadelphia, spraken we over haar ervaringen met deze vernieuwende werkwijze.

Wie wonen er op deze locatie? “Dit is een locatie waar 25 mensen zelfstandig in een eigen appartement wonen. Ze hebben hun eigen woonkamer, slaapkamer en badkamer en kunnen gebruik maken van twee algemene ruimtes. Die ruimtes zijn een ontmoetingsplek en steunpunt. De meeste mensen die hier wonen zijn jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking.”

Er is een kernteam en een digitaal team.

Jullie maken gebruik van DigiContact. Kun je daar iets over vertellen? “Het bijzondere van deze locatie is dat er twee teams zijn: een kernteam en een digitaal team. We zien dit als een kwaliteitsverbetering. We willen ervoor zorgen dat de vragen die onze bewoners vaak acuut hebben, direct beantwoord kunnen worden. Juist deze doelgroep heeft moeite om het stellen van die vragen uit te stellen. DigiContact is hiervoor een goede oplossing. Op andere locaties zie ik het vaak misgaan, omdat bewoners die ene vraag willen stellen of iets willen bespreken, maar het team daar niet altijd beschikbaar voor is. Helemaal op locaties als deze is die beschikbaarheid belangrijk, omdat er niet een gang is waar mensen op uitkomen. Mensen zijn meer onzichtbaar.”

De rapportages van DigiContact zijn verhalend geschreven. Dat geeft een completer beeld van de bewoner.

Is het ook in praktijk de oplossing, wat jou betreft? “Ja, ik zie namelijk dat de vragen die gesteld worden aan DigiContact anders zijn dan de vragen die gesteld worden aan de fysieke medewerkers. Dat zie ik ook terug in de rapportages. Normaalgesproken rapporteren fysieke medewerkers niet letterlijk alles wat er is gebeurd en gezegd. Zij zijn het gewend om niet de alledaagse dingen op te schrijven, maar echt dat eruit te filteren dat aansluit op de hulpvraag van een cliënt. De rapportages van DigiContact gaan vaak over dingen die bewoners even kwijt willen, persoonlijke verhalen die in de digitale gesprekken verteld worden. Voor mij – en ik kan me voorstellen dat het voor de medewerker en gedragswetenschapper ook geldt – is het beeld daardoor veel completer in het ECD (Elektronisch Cliënten Dossier) dan op de andere locaties.”

Medewerkers komen niet terug op wat ze gelezen hebben, maar houden het in hun achterhoofd en nemen het mee in hun begeleiding.

Merk je dat dat invloed heeft op de begeleiding? “Ja, dat begint nu langzamerhand te komen, want we zijn natuurlijk nog maar net gestart. Het ECD is opgesteld en vooral in het begin hadden bewoners er nog moeite mee dat iedereen alles over hem of haar kon weten. Wel hadden ze al het idee dat ze bij DigiContact hun verhaal kwijt konden. Doordat zij ook met het ECD kunnen meelezen, zien ze de toegevoegde waarde ervan. Ze merken dat medewerkers daardoor kunnen aansluiten op wat erin staat. Medewerkers komen niet terug op wat ze gelezen hebben, maar houden het in hun achterhoofd en nemen het mee in hun begeleiding. Als de bewoner erover wilt praten, dan kan dat natuurlijk, maar het hoeft niet. Het is daarom gewoon een toevoeging op het totale beeld. De bewoner heeft veel sneller het idee dat iemand hem kent. Omdat je terugpakt op de vorige rapportages die je gelezen hebt, borduur je steeds voort op wat er al staat. Hierdoor heeft een cliënt niet meer één vertrouwenspersoon die alles van hem weet, maar wordt informatie meer gedeeld.”

Wordt dat als prettig ervaren? “Zoals ik net zei, vonden ze dat in het begin lastig. Voor hun gevoel ligt hun verhaal op straat. Daar hebben we gesprekken over gehad, waarin wij benoemden dat we het willen weten, omdat wij de zorgvraag van de bewoner heel goed willen beantwoorden. Om dat heel goed te kunnen, hebben wij die informatie nodig. Langzamerhand zien bewoners daardoor de voordelen ervan in. Ze hoeven niet vaak meer hun verhaal te vertellen, want het staat al ergens opgeschreven.”

Het werkt heel snel en direct, waardoor de bewoner meteen is gerustgesteld.

Heb je het idee dat bewoners er prettiger door in hun vel zitten? “Zeker. Een grappig voorbeeld is dat een bepaalde bewoner er in het begin de meeste weerstand tegen had. Vanaf het begin zei zij dat zij er echt geen gebruik van ging maken. ‘Ik heb er behoefte aan dat, wanneer ik ’s nachts wakker lig, een fysiek iemand mij gerust komt stellen,’ zei ze. We hebben haar van meet af aan meegenomen in het hele verhaal en zij is nu degene die het meest gebruikmaakt van DigiContact en er absoluut de voordelen van inziet. Het is heel snel en direct. Je pakt je laptop of tablet, tikt erop en stelt jouw vraag. Daardoor is ze meteen gerustgesteld. Bij DigiContact weten ze ook allemaal wie zij is en dat zij dat nodig heeft. Al belt ze 100 keer, dat is helemaal niet erg. Het werkt dus juist heel erg goed voor haar.”

Begeleiders weten dat zij gehoord worden en antwoord krijgen op hun vraag.

Er is een optie voor begeleiders om steun te vragen bij DigiContact. Zou je kunnen vertellen hoe dat gaat? “Begeleiders hebben inderdaad ook de mogelijkheid om advies te vragen aan DigiContact-medewerkers. Soms zitten zij in een lastige situatie, voelen ze zich niet vertrouwd en hebben ze even feedback nodig. Dat gebeurt vaak op momenten dat net je laatste collega vertrokken is of vlak voordat je gaat slapen. Medewerkers bellen dan DigiContact en vertellen dat ze ergens mee zitten of twijfelen of ze iets wel goed hebben gedaan. Ze vragen tips over hoe ze iets kunnen aanpakken. Ik zie dat terug en hoor ook terug van medewerkers dat ze er op die manier gebruik van maken.”

Hoe ervaren medewerkers dit? “Begeleiders voelen zich ondersteund door die samenwerking met DigiContact. Dat komt ook doordat ze weten dat er heel goed geschoold personeel zit. Zij weten dus dat zij daar gehoord worden en een goed antwoord krijgen op hun vraag.”

De combinatie van het fysieke kernteam en DigiContact draagt veel bij aan de zelfstandigheid van bewoners.

Kun je een voorbeeld geven van een positief effect van deze gecombineerde vorm van begeleiding?  “Ja, dan kom ik even terug op de bewoner waar ik het net over had. Zij hing heel erg aan haar moeder en vertrouwde ook heel erg op haar. Ze hadden van tevoren er wel echt hun bedenkingen bij dat ze hier ging wonen en vroegen zich af of ze zich wel ging redden. Ze voelden zo erg die afhankelijkheid, ook van elkaar. Het grappige is dat de bewoner, vanaf het moment dat ze hier kwam, gebruikmaakt van DigiContact en het fysieke team en ze is enorm gegroeid. Dat is echt ongelofelijk. Haar moeder had er in het begin wel moeite mee dat ze nu iemand anders heeft om mee te praten, maar ze heeft nu echt ingezien dat het zo’n goede stap voor haar geweest is om haar te laten wonen op een locatie als deze. Het heeft zoveel bijgedragen aan haar zelfstandigheid en ze doet nu hartstikke veel. Ik hoorde net dat ze als vrijwilliger werkt op een andere locatie. Dat hadden ze van tevoren echt nooit verwacht.”

Ik hou van kickboksen, koken en pianospelen. En van mijn hond, dat is echt mijn vriend.

Sander is 32 jaar en woont in Zwolle samen met zijn partner en hond. Sinds ruim vier jaar werkt hij bij DigiContact. In die periode is hij er even een half jaar tussenuit geweest. Met z’n drietjes maakten ze een rondreis door Engeland. Voordat Sander bij DigiContact kwam werkte hij op woonlocatie van Philadelphia en als ambulant begeleider. Hij tikt al bijna de twaalf en een half jaar aan in de zorg.

We hebben de auto ingepakt en zijn vertrokken

Wat heb je in Engeland gedaan? “Waar sommige mensen de beslissing nemen om op een bepaalde leeftijd ofwel te gaan trouwen of aan kinderen te beginnen, hebben wij besloten een rondreis door Engeland te maken toen het nog kon. We hebben allebei onze baan even op pauze gezet en gezegd, we gaan. We hebben de auto ingepakt en zijn vertrokken. Mooi was dat.”

Hoe ben je bij DigiContact terechtgekomen? “Ik heb altijd gewerkt op woonlocaties en daarna dus ambulant. Nee, ik zeg het verkeerd-om. Ik werkte eerst ambulant en ben toen naar een woonlocatie gegaan. Omdat het fysiek voor mij beter was om iets meer zittend werk te gaan doen ben ik naar DigiContact gegaan. Eerst ben ik gaan kijken of dat bij mij zou passen en vrij snel kwam ik erachter dat dat zo was, dus ben ik hier niet meer weggegaan. Gelukkig maar.”

Als je echte belangstelling toont, ontstaan de mooiste gesprekken

Wat doe je bij DigiContact? “Momenteel werk ik als senior begeleider. In feite ben ik er gewoon om alle gesprekken met cliënten te voeren, overigens ook met medewerkers van woonlocaties als er vragen zijn. Wij proberen door middel van gesprekken en soms wat tips, maar vooral ook door te luisteren en vragen te stellen, ervoor te zorgen dat cliënten weer verder kunnen in hun dag. Of we nemen een dag met ze door of we plannen een dagelijkse herinnering van de medicatie, omdat mensen het anders vergeten. Er zijn zoveel onderwerpen waarover gebeld wordt, ik kan het zo niet bedenken, heel veel.”

Kun je een voorbeeld noemen van een gesprek wat jou echt is bijgebleven? “Ja, een heel positief gesprek, wat ik echt als heel prettig heb ervaren en leerzaam ook, was met een dame. Ze vertelde mij heel erg te houden van fotografie. Nu heb ik zelf niet zo heel veel kennis van fotografie en dat maakt het misschien des te leuker, als je jezelf zo opstelt dat je ook wel wil leren. Ik heb haar vragen gesteld over fotografie en wat zij dan precies deed.”

“Zij vertelde dat ze heel graag foto’s wilde maken van mensen met een beperking, juist om te laten zien hoe mooi die mensen zijn. Zo zei ze het echt letterlijk en dat deed mij wel wat, in positieve zin. Ze zei ook: “Ik ga ook geen filter over foto’s gebruiken. Ik ga ze niet mooier maken dan hij is, want mensen zijn zoals ze zijn en ze zijn mooi zoals ze zijn”. Toen dacht ik: ja, dat is toch echt wel prachtig, als je dat gewoon kan zeggen. Dat vond ik mooi. Het was een heel fijn gesprek, ook al heb ik niet zoveel met fotografie. Als je jezelf zo opstelt dat je van iedereen ook wat wil leren en jezelf echt wil verdiepen dan komen er de mooiste gesprekken uit.”

Zij had een goede elevator pitch. Sander: “Absoluut. Zij gaf ook nog een voorbeeld, ze zei: “Als je nu uit het raam kijkt” – dat deed ik, ik werkte toevallig toen ook thuis en ik keek ook echt uit mijn raam, net zoals ik nu even kan doen – Ze zei: “Ja, het is mistig, maar als ik dan ga doen alsof de zon schijnt, dus ik maak er een hele filter overheen, dan is het nep. Dat is niet wat het is, ik wil een foto echt hebben”. Ja, dat vond ik mooi.”

Iedere begeleider kan iedere cliënt de juiste begeleiding geven

Zie jij kansen voor DigiContact? Waar verdere ontwikkelingsmogelijkheden liggen? Sander: “Hoe bedoel je dat precies?” Er is nu bijvoorbeeld een digitaal verpleegkundig team en nachtmonitoring wordt opgestart. Jij werkt natuurlijk nu al wat jaren bij DigiContact, zie jij nog meer mogelijkheden voor DigiContact om zich verder te ontwikkelen?

“Als je nu kijkt dan zie je dat alle begeleiders kennis hebben van alle mogelijke beperkingen en ziektebeelden. Ik denk dat het goed is om op termijn te gaan inventariseren waar de expertise van iedere begeleider ligt. Dan kun je ook kijken welke cliënt of welke doelgroep het best past bij welke collega, zodat we misschien cliënten daarin nog verder vooruit kunnen helpen. Ik denk dat dat wel een ontwikkeldoel zou kunnen zijn. De begeleidersgroep wordt alleen maar groter, net als de differentiatie binnen de cliëntgroepen en zorgorganisaties. Ja, dan moeten wij ook blijven meegroeien.”

Heb je het idee dat je mensen met een psychische stoornis ook goed kan helpen of ben je als begeleider toch meer ingesteld op mensen met een beperking? “Iedere begeleider kan in principe elke cliënt begeleiden. Waar wij altijd voor zorgen is dat wij alle informatie hebben, daarom voeren wij ook intakes met alle cliënten en met de begeleider erbij. Juist om ervoor te zorgen dat wij de informatie over een cliënt hebben inclusief een juiste begeleidingswijze. In dat opzicht maakt het dus niet uit.”

“Iedereen heeft nu ook al wel zijn eigen expertise, dus we vragen elkaar ook, waar ben jij goed in, kun je mij hierin een beetje helpen? Mijn kennis over de GGZ is wat minder, daar ben ik iets minder in gespecialiseerd, maar dan vraag ik mijn collega’s: Goh, ik liep hier tegenaan, kun je me verder helpen voor een volgende keer of hoe kan ik dat anders doen?”

Wat is jouw specialisme? “Dat is toch de gehandicaptenzorg. Daar kom ik ook echt vandaan en dat heb ik altijd gedaan, dus dan ligt daar wel meer mijn expertise dan bijvoorbeeld bij de GGZ.”

Mijn hond, een bordercollie van 7 jaar, is echt mijn vriend

Wat doe je als je niet aan het werk bent? “Ik houd van sport. Ik kijk graag naar voetballen. Ik zit zelf op kickboksen dat doe ik één of twee keer per week. Dat doe ik weleens met mijn partner en dat doe ik ook weleens met vrienden. Ik heb ook spullen in huis om af en toe wat te trainen. Ik houd van koken, dat vind ik ook leuk om te doen.”

“Oh ja, we hebben een piano en daar probeer ik af en toe wat op te spelen. Maar dat komt er nooit zo van. Al hebben we echt net per vandaag afgesproken dat we ook Zoom meetings gaan volgen voor pianoles, dus dan zal ik wel weer moeten. En in de sneeuw spelen met mijn hond. Dat is heerlijk. Ik heb een bordercollie van zeven jaar, dat is echt mijn vriend.”

Wat vind je het mooiste onderdeel van je werk? “Ik noemde net zo’n voorbeeld van een gesprek wat ik heel erg fijn vind en iets wat mij ook kan raken. Het mooiste vind ik dat je een cliënt echt weer verder helpt en vooral als hij of zij zijn of haar eigen ideeën kan bedenken door middel van vraagstelling. Dat je een vraag stelt en iemand bedenkt zich ineens: “oh, ja misschien zou ik dat ook nog wel kunnen doen.”

“Toevallig vandaag liep iemand er tegenaan dat ze de deur niet uit kon, omdat ze wachtte op een pakketje. Dan stel ik de vraag: “Kun je dan echt je deur niet uit of zijn er ook andere mogelijkheden?” Eigenlijk door middel van vragen kwam ze erachter dat ze ook wel een briefje kon ophangen dat ze het bij de buren konden afleveren. Ja, een simpel voorbeeld, maar je merkt dan toch dat mensen het zelf gaan bedenken en als mensen het zelf gaan bedenken en zelf verder kunnen dan vind ik dat heel mooi.”

Begeleiders hebben soms baat bij een collega die meedenkt 

“Wat mij ook altijd heel goed doet zijn de bereikbaarheidsdiensten van locaties. Als ik zo’n consultatiegesprek voer, – hoe we dat zo mooi noemen – dan merk je dat begeleiders op de woonlocaties het prettig vinden om met een collega te sparren die wat meer op afstand staat. Er kunnen soms best panieksituaties ontstaan en dan is het fijn dat wij rustig blijven. Wij zijn daar dan minder een partij in, omdat wij natuurlijk niet een directe band met de cliënt hebben, dus wij kunnen dan misschien iets makkelijker vanuit rust samen met de begeleider de oplossing vinden. Ik vind het heel fijn om de begeleider in zo’n situatie weer verder te helpen en krijg daar geregeld een blijk van dankbaarheid voor terug.”

“Ik kreeg laatst een mailtje van een begeleider. Ze zei: “Wat er gebeurd is, is echt wel heel heftig geweest, maar mocht nog een keer iets voorvallen dan weet ik dat ik bij jullie in goede handen ben.” Dat is toch eigenlijk waar je het voor doet. Mijn rol was helemaal niet zo groot. Ik bedoel, zij heeft het gedaan, zij heeft gehandeld en zij heeft goed gehandeld, maar dat je dan toch nog dat te horen krijgt dat doet me goed.”

Verwanten kunnen weer echt familie zijn

We zijn op bezoek bij een DigiLocatie. Hier wordt de begeleiding verzorgd door zowel een fysiek als een digitaal team. DigiContact is er voor de bewoners én begeleiders. Lisa van Duijn, manager van DigiContact, vertelt over de ervaringen. 

Met de toevoeging van digitale begeleiding kan je echt het verschil maken

Kun je iets over jezelf en jouw functie vertellen? “Zeker. Mijn naam is Lisa van Duijn en ik ben manager van DigiContact. DigiContact bestaat vanaf 2014, en ik ben bij de opstart ervan betrokken geweest als projectleider. Hiervoor werkte ik als begeleider op een crisisopvang met cliënten in de GGZ en met jeugd. Vanuit die basis ben ik doorgestroomd naar de functie van projectleider en manager bij DigiContact. Het voelt goed dat ik zo een bijdrage kan leveren aan de verdere ontwikkeling van DigiContact, omdat ik er echt in geloof dat digitale begeleiding het verschil kan maken.”

Het kan een drempel zijn om op zo’n knop te drukken

Klopt het dat zowel begeleiders als cliënten DigiContact kunnen bellen? “Ja, we hebben twee op zichzelf staande diensten. Cliënten stellen andere vragen dan medewerkers. Ze vragen zich bijvoorbeeld heel erg af wat DigiContact nou eigenlijk is en wat het doet: krijg je elke keer dezelfde persoon aan de telefoon of is dat steeds iemand anders? Je merkt dat het een drempel kan zijn om op zo’n knop te drukken en dan een gezicht in beeld te krijgen dat je misschien helemaal niet kent.”

“Cliënten bellen voornamelijk in als de spanning wat oploopt of als ze hun vragen niet gelijk bij de begeleider op locatie kunnen stellen. Er zijn vaak één of twee begeleiders op een locatie, waardoor er niet altijd tijd is voor een individueel moment. Door DigiContact kunnen ze met één druk op de knop contact leggen met een begeleider. Het feit dat er altijd wordt opgenomen, geeft, denk ik, vertrouwen in DigiContact. Dat zie je met name door de telefoontjes aan het einde van de dag, maar ook bij de opstart in de ochtend. Cliënten hebben soms een nare nacht gehad of vinden iets spannend wat er die dag gaat gebeuren. Dan bellen ze even naar DigiContact en meestal wordt dan met de cliënt de dag alvast voorbesproken. Aan het eind van de dag, na het werk of de dagbesteding of bijvoorbeeld wanneer de slaapdienst al slaapt, nemen we de afgelopen dag weer even door.”

Soms gebeuren er dingen waar begeleiders van onder de indruk raken. Ze kunnen dan bij ons terecht

“We noemen het de consultatiedienst voor begeleiders. Zij kunnen 24/7 DigiContact bellen voor collegiaal advies, om even te overleggen. Begeleiders zijn vaak alleen op de locatie of met z’n tweeën, maar dan staan ze vaak verspreid over het pand. Het is dan heel gemakkelijk om even snel naar DigiContact te bellen om ergens over te overleggen. Er gebeuren soms dingen waar begeleiders van onder de indruk raken of waarbij ze niet zeker weten of ze de protocollen goed hebben gevolgd. Bij ons kunnen ze dan terecht voor die check en het collegiale overleg. Het kan dus heel klein, maar ook heel groot zijn. Begeleiders op de locaties kunnen achter de voordeur kijken, kennen de cliënten veel beter en weten wat daarin nodig is. Wij zijn echt een aanvulling op die bestaande ondersteuning. Op grote schaal wordt aangegeven dat begeleiders dat heel fijn vinden.”

“Soms maken begeleiders zich er zorgen over of DigiContact hun werk overneemt. Ik leg dan uit dat we juist met elkaar gaan kijken hoe we de meerwaarde van de samenwerking kunnen vinden, zodat we samen de ondersteuning optimaal kunnen vormgeven.”

Hoe zorg je ervoor dat DigiContact goed integreert in het team? “Het is lastig om daar een eenduidig antwoord op te geven. We kijken altijd per locatie hoe de ondersteuning nu is, wat de wenselijke situatie is en hoe we helemaal opnieuw met elkaar kunnen kijken hoe we de ondersteuning kunnen vormgeven. We bespreken waar de meerwaarde zit van DigiContact en waar je iemand achter de voordeur nodig hebt. We leveren daarin maatwerk per locatie.”

Wij kunnen een aanvulling zijn wanneer er veel herhaling nodig is, bijvoorbeeld als iedere avond een bepaald onderwerp besproken moet worden

Wat zijn de momenten dat er wel iemand op locatie nodig is? “Je hebt natuurlijk veel dingen waarbij je bij iemand achter de voordeur wilt kijken, zoals wanneer je wilt weten hoe de persoonlijk verzorging van iemand gaat en als er grotere doelen zijn waaraan je wilt werken. Dan wil je als begeleider gewoon bij iemand op de bank kunnen zitten. Daarin kunnen wij wel een aanvulling zijn, bijvoorbeeld als er herhaling nodig is. Soms moet er iedere avond over een bepaald onderwerp gepraat worden. Dat is iets wat DigiContact zou kunnen doen. Ga je echt met elkaar door de papieren heen of heeft een cliënt voor een bepaald onderwerp echt een vertrouwensband nodig met een begeleider, dan is DigiContact niet handig.”

“Een vertrouwensband met de cliënt is juist niet wat wij willen. We vinden het namelijk belangrijk dat cliënten met iedere begeleider die op een locatie werkt goede gesprekken kunnen voeren. We willen warm contact, maar hebben in die zin niet een vertrouwensband zoals die met een begeleider kan bestaan. Daarin zit een verschil.”

We zijn 24/7 bereikbaar, waardoor cliënten ons kunnen bellen als de slaapdienst al slaapt

Wat zijn volgens jou de sterke punten van DigiContact? “Soms vinden cliënten het moeilijk om bepaalde onderwerpen met een begeleider op locatie te bespreken en is de drempel lager om dat met DigiContact te bespreken. Dat kunnen intieme onderwerpen zijn, maar het kan ook zijn dat iemand om 1 uur ’s nachts nog even wilt bellen. De slaapdienst slaapt dan al, maar wij zijn 24/7 bereikbaar.”

Soms is het lastiger om iets met een vreemde te bespreken en soms is het juist makkelijker. Zien jullie daar een patroon in? “Nee, bijna niet. Ik denk dat het ook heel persoonlijk is en je daarom per cliënt en per locatie moet kijken wat er wenselijk is en waar die meerwaarde zit.”

Verwanten kunnen weer echt familie zijn

Zien jullie ook een meerwaarde voor verwanten van de cliënten? “Wat we veel terugkrijgen van verwanten, is dat zij eerder altijd de persoon waren die cliënten belden als ze even niet bij de begeleiding terecht konden. Nu DigiContact daarvoor is, merken verwanten dat er minder vaak een beroep op hen gedaan wordt. Ook kunnen zij de cliënt naar DigiContact verwijzen als het over zorginhoudelijk dingen en hulpvragen gaat. Verwanten geven aan dat ze daardoor weer meer voelen dat de cliënt echt een familielid is en dat ze daardoor veel meer dat familiaire contact met elkaar kunnen hebben. Dat vind ik heel mooi om te horen.”

24/7 medische vragen stellen

Twijfel niet om te bellen, want we denken in elke casus graag mee

Sinds 1 november 2020 is DigiContact gestart met een digitale verpleegkundige dienst. Een team met verpleegkundigen is 24/7 beschikbaar voor begeleiders die medische vragen hebben. Wij gingen in gesprek met verpleegkundige Maaike over de ervaringen in de eerste maanden. 

Begeleiders kunnen bellen als ze willen sparren over een medische situatie

Wat doet de verpleegkundige dienst bij DigiContact precies? “Wij geven telefonisch verpleegkundige hulp en advies aan begeleiders. Zij kunnen ons bellen met medische vragen of wanneer ze even willen sparren over een situatie. Zo kan er bijvoorbeeld twijfel zijn over bepaalde medicatie. Of er is een cliënt gevallen of ziek. We proberen zo goed mogelijk te helpen, zodat de begeleider zelf weer verder kan.”

Kun je een voordeel noemen van deze nieuwe vorm van ondersteuning? “Een groot voordeel is dat begeleider niet meer altijd de huisartsenpost of de huisarts hoeft te bellen. Het is makkelijker en laagdrempeliger om een collega van DigiContact te bellen. Begeleiders kunnen even sparren met één van de verpleegkundigen van ons team. Het kan zijn dat wij zeggen dat het niet met spoed nodig is om contact op te nemen met de huisarts. Dan kan er gewacht worden tot de bekende huisarts van de cliënt de volgende ochtend langskomt. De druk op de huisartsenpost gaat daardoor omlaag en dat bespaart hen tijd.”

Maaike vertelt haar verhaal op video.

Het is best een verantwoordelijkheid voor de medewerkers van DigiContact. Wie zitten in het verpleegkundige team? Zijn dat ook huisartsen? “Nee, we zijn allemaal verpleegkundigen. Wij kunnen bij heel veel vragen over medicatie of als iemand gevallen is goed advies geven, zonder dat daar een huisarts bij betrokken hoeft te worden. En als wij het niet weten, dan sturen wij begeleiders en cliënten alsnog door naar de huisarts.”

De vragen zijn erg uiteenlopend. Dat maakt het werk heel veelzijdig en elke situatie weer anders

Het is nog erg nieuw. Hoe vind je dat het nu gaat? “Ja, het is nieuw. Toch weten ze ons al goed te vinden. In de eerste maand kregen we al 1.000 telefoontjes. De vragen lopen erg uiteen. Het zijn vooral vragen over medicatie of bijvoorbeeld over een cliënt die niet helemaal lekker is, waarbij de begeleiders twijfelen of ze de huisarts moeten bellen of dat ze het moeten afwachten. Dat maakt het werk heel veelzijdig en elke situatie weer anders. De ene keer heb je iemand binnen vijf minuten geholpen en soms ben je twintig minuten met iemand aan het bellen om een goed beeld van de casus te krijgen.”

Stemmen jullie ook casussen met elkaar af binnen het team? “We houden een logboek bij om alle telefonische oproepen te registreren. Wordt er op een later moment teruggebeld, dan kan degene die dan aan het werk is teruglezen wat de collega heeft geadviseerd. We hebben ook elke dag een overdracht tussen de ochtend- en avonddienst. Zo proberen we zaken duidelijk over te dragen. Daarnaast hebben we, omdat we nog nieuw zijn, elke twee weken overleg met medische contactpersonen. Daardoor hebben we allemaal de neuzen dezelfde kant op staan.”

Zijn er dingen waar jullie nog in kunnen groeien? “Ja, we zijn allemaal natuurlijk net begonnen met de dienst. We zijn op dit moment bezig met een opleiding waarin we leren om onze adviezen te optimaliseren, en we merken dat we daar veel aan hebben. We kunnen via de telefoon al veel sneller en beter antwoord geven op de vragen vanuit de begeleiders.”

Kun je een voorbeeld geven van een vraag die jou gesteld is? “Laatst belde een begeleider over een cliënt die ondertemperatuur had. Ze vroeg zich af wat ze moest doen en of ze de huisarts moest bellen. Door goed door te vragen, kwam ik erachter dat de cliënt hiermee bekend is als hij een blaasontsteking heeft. Je kunt pas ’s ochtends duidelijk krijgen of iemand een blaasontsteking heeft. Ik heb geadviseerd om de urine te strippen en de volgende ochtend contact op te nemen met de huisarts. Daardoor hoefden de cliënt en de begeleider ’s avonds niet richting de huisartsenpost.”

Het scheelt begeleiders veel tijd en zorgt ervoor dat ze zich zekerder voelen in de beslissingen die zij nemen

Merken ze op de locatie ook dat het hen veel tijd scheelt? “Ja, het scheelt veel tijd voor de begeleiders, doordat ze niet mee hoeven naar de huisartsenpost of de huisarts niet op locatie hoeven te ontvangen. Zij kunnen nu overleggen met de verpleegkundigen en daardoor voelen ze zich zekerder in de beslissingen die zij nemen.”

“Een ander voorbeeld is een cliënt die laatst gevallen was. Hij kon lastig op zijn benen staan. Ik heb geadviseerd om de huisartsenpost te bellen om een röntgenfoto te laten maken. De cliënt is uiteindelijk doorgestuurd naar het ziekenhuis. De begeleiders twijfelden op dat moment en ik kon ze goed helpen om de juiste beslissing te nemen.”

Bellen alleen de begeleiders of kunnen cliënten zelf ook bellen? “Op dit moment belt alleen de begeleiding. We willen het uiteindelijk wel uitbreiden zodat cliënten ook kunnen bellen. We zouden ze bijvoorbeeld kunnen helpen met vragen over medicatie of met wat ze moeten doen als ze zich niet lekker voelen.” 

Je zei net dat jullie training krijgen in hoe jullie de begeleiding zo goed mogelijk kunnen adviseren. Kan je daar meer over vertellen? “Het verschilt per casus in welke stemming je een begeleider aan de lijn krijgt. Het kan zijn dat de begeleider heel rustig en duidelijk kan vertellen wat er aan de hand is. Het komt ook voor dat de begeleider echt in paniek is en weten niet wat te doen. Dan probeer je eerst de begeleider te kalmeren, om uiteindelijk een duidelijk verhaal te kunnen krijgen. Vervolgens ga je adviseren wat ze kunnen doen. Het is natuurlijk wennen om dit allemaal telefonisch te doen, waardoor het belangrijk is om daar training in te krijgen. We krijgen een triage training, waarin we leren om aan de telefoon snel een casus helder te krijgen en goed advies te geven.”

Er kan kwalitatief betere zorg geleverd worden

Merken jullie dat dit ook bijdraagt aan de kwaliteit van de zorg op de locatie? “Ja, er kan kwalitatief betere zorg geleverd worden. De begeleiding belt namelijk sneller een verpleegkundige van DigiContact dan de huisartsenpost. De huisartsenpost bellen voelt voor begeleiding soms als een grote stap. Als ze twijfelen, bellen ze vaak niet, en zien ze het nog even aan. Wij zitten daartussen, kunnen adviseren of het nodig is en kunnen vaak zelf hun vraag beantwoorden. Bovendien zijn wij beter bekend met de doelgroep dan een onbekende huisarts en zijn we dag en nacht bereikbaar. Doordat de zorg sneller geleverd kan worden en er geen huisarts op locatie hoeft te komen, zal het ook zorgen voor kostenvermindering. Dat is natuurlijk ook fijn.”

Wat zou je nog aan begeleiders willen meegeven over DigiContact? “Wat ik zou willen zeggen tegen alle begeleiders en verpleegkundigen is dat we dag en nacht beschikbaar zijn om ze te helpen bij casussen. Twijfel vooral niet om te bellen, want wij denken in elke casus graag mee.”

Een stukje zekerheid in een onzekere tijd

Aan de Oude Zijdsburgwal In Monnickendam bevindt zich een woonlocatie van Philadelphia. Hier wonen wat oudere mensen met een verstandelijke beperking en jongeren met een lichte verstandelijke beperking.  In de buurt woont een aantal mensen zelfstandig, dat ook ondersteund wordt door begeleiders van Philadelphia. In het voorjaar is hier DigiContact geïntroduceerd. Locatiemanager Liesbeth de Wild en begeleider Peter Meurs evalueren de eerste periode dat zij met DigiContact werkten. Een boeiend gesprek over drempelvrees, gewoon proberen en ontdekken wat het brengt. 

Een sprong in het diepe

Liesbeth valt meteen met de deur in huis: ‘Nou Peter, ik ben wel benieuwd, hoe gaat het nu met DigiContact?’ Peter: ‘Het was wel een sprong in het diepe natuurlijk. We zijn door Corona min of meer gedwongen om het sneller op te starten, met name in de ambulante begeleiding. Corona heeft ons een zetje gegeven om het te gaan proberen. Een van mijn collega’s viel in de risicogroep en kon niet werken tijdens de lockdown. Hierdoor hebben we ontdekt hoe we DigiContact kunnen inzetten. We konden op dat moment niet anders en hebben gezien hoe waardevol het kan zijn.’

Een stukje zekerheid in een onzekere tijd

Liesbeth: ‘Dus eigenlijk heeft Corona ons geholpen om DigiContact verder in te zetten?’ Peter: ‘Ja, we onderzochten in verband met Corona hoe we cliënten konden begeleiden, anders dan fysiek. Het was een voordeel dat we door het verplichte thuiswerken al een beetje gewend waren geraakt aan digitale toepassingen.’ Liesbeth: ‘Wat heeft het onze bewoners en onze zelfstandig wonende cliënten gebracht?’ Peter: ‘Ik denk dat ze een stukje zekerheid hebben ervaren in deze onzekere tijd. Tijdens de lockdown waren de mogelijkheden om erop uit te gaan beperkt. Ook bezoek was niet of nauwelijks mogelijk. DigiContact zorgde ervoor dat de aangesloten gebruikers altijd iemand konden bereiken met vragen of gewoon voor een praatje.’ 

Structurele inzet van DigiContact is de volgende stap

Peter: ‘Ik denk dat DigiContact een goede aanvulling is op de fysieke begeleiding. Ondanks het feit dat de introductie ingegeven was door Corona, is het toch heel goed gegaan. Ik denk dat de volgende stappen gezet kunnen gaan worden.’ ‘Mooi dat je dat zegt,’ geeft Liesbeth aan: ‘Wat zie jij als de volgende stappen?’ Peter: ‘Ik denk dat DigiContact wat concreter ingezet kan gaan worden. Nu was het natuurlijk door de omstandigheden gegeven. Als we straks kunnen zeggen; we gaan het structureel inzetten, en we gaan dat ook monitoren en in de afspraken en het clientendossier verwerken, dan kun je de begeleiding op afstand nog verder optimaliseren.’ 

Voordelen voor bewoners en begeleiders

Liesbeth: ‘Zou het ook kunnen helpen in de weekenden? Dat bewoners en ambulante cliënten DigiContact kunnen benaderen?’ Peter: ‘Ik denk het wel, ik weet niet of er behoefte aan is, maar het is wel goed dat men weet dat DigiContact altijd gebeld kan worden. Ik denk niet dat men, vanaf het moment dat DigiContact ingezet wordt, ook elk weekend gaat bellen. Maar het feit dat bewoners en ambulante clienten weten dat ze kunnen bellen zorgt al voor meer zelfvertrouwen.’ Liesbeth: ‘Zijn er ook voordelen voor de begeleiding?’ Peter: ‘Ja, die zijn er. Ik wil wel een voorbeeld geven. We hadden een situatie waarbij een cliënt mogelijk besmet was met Corona. Op dat moment was de begeleider alleen aan het werk. Zij kon contact leggen met DigiContact en samen bekijken wat het protocol was en welke stappen gezet moesten worden. Dat heeft haar erg geholpen. 

Even sparren, als collega’s onder elkaar

Liesbeth: ‘Wat ik als manager fijn vind is dat de begeleiding altijd kan bellen met DigiContact, ook wanneer ik er niet ben. Je staat hier tenslotte best vaak alleen. Dan kan je even sparren of overleggen. Ervaar je dat ook zo of heb je dat helemaal niet nodig? Peter: ‘Ik ervaar dat wel zo. Het is fijn om te weten dat, als ik ergens niet uit kom, ik dan in ieder geval ergens terecht kan met mijn vragen of met mijn twijfels; ben ik goed bezig of moet ik een andere weg inslaan en zijn daar handvatten of richtlijnen voor? Dat soort vragen zou ik dan aan de begeleider van DigiContact kunnen stellen. Gewoon, als collega’s onder elkaar.’

DigiContact kan helpen bij het begeleiden van cliënten bij hun dagritme

Liesbeth: ‘DigiContact kan ons ondersteunen, sommige taken van ons overnemen. Hierdoor hebben we minder mensen op de werkvloer, we hebben het aantal FTE’s teruggebracht. Hoe kijk jij hier tegenaan?’

Peter: ‘Er zijn een paar cliënten die begeleiding nodig hebben in hun dagritme. Nu hoeven daar geen begeleiders meer mee bezig te zijn, maar kan het digitaal. De ervaringen hiermee zijn wisselend maar over de hele linie wel goed. De ene cliënt ervaart het als heel prettig en de ander neemt het voor lief dat hij gebeld wordt hoe het gaat. Voor mijzelf als begeleider is het prettig dat ik weet dat het goed gaat met ze en dat ook is gebeurd wat we hebben afgesproken.’

Het kan helpen als je je vraag niet hoeft uit te stellen

Liesbeth: ‘Kun je een concreet voorbeeld noemen van een situatie waarin DigiContact gebeld is door een cliënt? Peter: ‘Ja, dat kan ik zeker. Laatst kreeg iemand een brief, wat een betalingsherinnering bleek te zijn. Normaalgesproken had de bewindvoering deze brief moeten krijgen, maar per abuis was hij bij de cliënt terechtgekomen. Hij was hier heel onzeker over, omdat hij die brieven nooit krijgt en niet wist wat hij nu moest doen. Omdat wij er op dat moment niet waren heeft hij DigiContact gebeld en die hebben het opgepakt en naar tevredenheid opgelost. Het heeft hem erg geholpen dat hij zijn vraag meteen kon stellen.’

Lees het verhaal van Liesbeth hier

Eerst moesten we toch een drempel over

Liesbeth de Wild is locatiemanager op locatie De Gracht in Monnickendam. Ongeveer een half jaar geleden is hier DigiContact geïntroduceerd. Ze vertelt over de ervaringen van haar team. 

Vier woningen onder de kerktoren

We bevinden ons op een pittoreske locatie middenin het centrum van Monnickendam. Liesbeth vertelt: ‘We hebben vier panden naast elkaar die doorgebroken zijn. Beneden is het mooi, gezellig, met prachtige woonkamers. We hebben een grote, zonnige tuin met uitzicht op de kerk van Monnickendam. Boven is het niet meer van deze tijd. Ik noem het altijd de kinderkamers. Onze bewoners hebben één kleine kamer en eigenlijk gebruiken ze die alleen om te slapen. Voor de rest zijn ze overdag vaak beneden.’ 

‘Bij ons wonen vitale ouderen met een verstandelijke beperking en een aantal jongere mensen met een licht verstandelijke beperking. Er zijn drie huiskamers. De ouderengroep maakt meer gebruik van de ene huiskamer en de jongeren meer van de andere. We hebben bewoners die ook zelf koken. Een aantal zoekt op dit moment werk. De groep bewoners is divers. We begeleiden daarnaast ook mensen die in een zelfstandig appartement in Monnickendam wonen.’ 

Goed zorgpersoneel vinden is soms lastig. DigiContact bood uitkomst

Op de vraag wat de aanleiding was om te starten met DigiContact, antwoord Liesbeth: ‘Ik kom uit een andere branche, dus niet uit de zorg. Op 1 september 2019 ben ik gestart in Monnickendam en heb ik mij verdiept in alles wat op mijn pad kwam. In januari ben ik in contact gekomen met DigiContact en ik was hier meteen enthousiast over. Op het moment dat een van de begeleiders een andere baan kreeg, ben ik gaan bespreken binnen ons team hoe we haar het beste konden vervangen. Dat is best lastig in de huidige tijd. We vroegen ons af of DigiContact ons daar deels bij zou kunnen ondersteunen. Ik heb contact gezocht met Lisa van Duijn, een projectleider bij DigiContact. Zij is bij ons geweest om uit te leggen wat DigiContact precies inhoudt en hoe het ons zou kunnen helpen.

Wat waren je gedachten na deze voorlichting? Liesbeth: ‘Er woont hier een aantal mensen waarbij niet de hele dag begeleiding aanwezig is. Dat is wel zo bij de ouderengroep, maar niet bij de mensen met een licht verstandelijke beperking. Op de momenten dat er geen begeleiding is, kan het heel fijn zijn dat zij terug kunnen vallen op DigiContact. Bijvoorbeeld in de avonden of in het weekend of als zij op de fiets zelf ergens naartoe gaan en daar voor een probleem staan. Ze hebben dan de mogelijkheid om meteen te bellen en hulp en ondersteuning te krijgen.’ 

Ondersteuning op afstand bij dagelijkse handelingen

‘Ik denk dat het zowel voor bewoners als voor begeleiders voordelen biedt. De begeleider kan intensiever bezig zijn met het echte begeleiden. De echte gesprekken voeren. Bij handelingen die meer standaard zijn, zoals bijvoorbeeld iemand ondersteunen bij het volgen van het dagritme (opstaan, tandenpoetsen, op tijd naar het werk gaan), kan DigiContact heel goed helpen.

DigiContact kan ook ondersteuning bieden bij intensievere gesprekken, maar daar moeten wij nog mee oefenen en meer ervaring mee opdoen. Ik zie het nu vooral ter ondersteuning van de begeleiding.’ 

Eerst moesten we toch een drempel over

Hoe ging de implementatie? Liesbeth: ‘Op het moment dat we DigiContact voor het eerst bespraken, waren de reacties enigszins terughoudend. Het kan toch niet zo zijn dat iemand vanachter een scherm mijn bewoner kan helpen? Dat moet ik toch doen?  Ik moet er hier voor de bewoners zijn. Die drempel moet je over met je team, dat heb ik wel zo ervaren. Lisa heeft daar als projectleider een positieve rol in gespeeld door dit uit te leggen en voorbeelden te delen. Vervolgens is het goed om het dan ook gewoon te gaan proberen.’

Door de Coronatijd zijn we niet zover gekomen als we hadden gewild. Dat neemt niet weg dat we blij zijn met de eerste stappen die we gezet hebben. We zetten DigiContact vooral in als ondersteuning van de fysieke begeleiders. Waar kan DigiContact de begeleider werk uit handen nemen? Zodat het werk wat de begeleider hier face to face doet eigenlijk alleen maar leuker wordt. De begeleider kan het echte gesprek voeren met de bewoner en daar ook volop de tijd voor nemen. Er is meer aandacht voor het maken van afspraken en ontwikkelingsvraagstukken.’ 

Ook voor begeleiders is het fijn om een hulplijn te kunnen inschakelen

‘In situaties dat je er als begeleider alleen voor staat, bijvoorbeeld in het weekend, kan DigiContact gebeld worden. Dat hebben wij een paar keer gedaan. Kortgeleden hebben we een ervaring gehad met Corona. We hadden op een zondag een mogelijke besmetting. DigiContact heeft ons heel goed geholpen om alles te regelen wat op dat moment nodig was. Iets langer geleden hadden we een situatie met een deur die niet meer op slot kon. Dat is best heel lastig hier. Hoe ga je de nacht dan in?  Ook toen is er geschakeld met DigiContact, die vooral even helpt om mee te denken. Samen kom je vaak verder dan alleen en ook in dit geval ontstond er een goede oplossing.’ 

Maak het bespreekbaar en begin klein

‘Als ik mijn collega’s zou mogen adviseren dan zou ik zeggen; Begin met het bespreekbaar te maken binnen je team. Voel je weerstand, nodig dan de projectleider van DigiContact uit. Ga het er dan nog weer eens samen over hebben. Wat ik merkte is dat er een paar mensen in het team waren die dachten: ‘Hé, misschien kan het me wat bieden’. Probeer het dan klein, met één of twee bewoners. Ga het ervaren en je zult zien dat de andere bewoners haast jaloers worden op degene die DigiContact hebben. Zij willen het dan ook. Ja, en dan heb je al snel een sneeuwbaleffect.’ 

We spraken ook met begeleider Peter Meurs. Lees hier zijn verhaal.