Ik kwam op mijn zestiende al in aanraking met gehandicaptenzorg. Tijdens mijn stages voor Zorg en Welzijn niveau 2, maar ook als oppas bij een kindje met het syndroom van Down. Daar was ik bijna elke dag. Op mijn 17e kwam ik bij Philadelphia terecht, als stagiaire op een woongroep met ouder wordende cliënten. Ik vond het zo leuk dat ik daar 17 jaar ben blijven hangen.
Later, tijdens de opleiding Verzorgende-IG, merkte ik dat ik mensen niet alleen wilde helpen met wonen, maar ook bij de ongemakken die horen bij ouder worden. Ik wilde eraan bijdragen dat ouderen konden overlijden in hun eigen huis en niet op een nieuwe plek. Want als oude bomen worden verplant, dan doen ze het niet meer. Dat heb ik vaak meegemaakt.
“Al die piepjes, draadjes en machines vond ik heel interessant”
Toen kwam mijn moeder in het ziekenhuis terecht. Al die piepjes, draadjes en machines vond ik heel interessant. Dat gaf de doorslag: ik ging de verpleegkundigenopleiding doen. Hierdoor leerde ik ook weer een andere kant van de gehandicaptenzorg kennen. Ik moest weer stagelopen en deed dat dit keer in Amsterdam op een groep met intensieve zorg. Dat was geweldig. Niemand is hetzelfde, maar mensen met een beperking hebben een extraatje. Het lichaam zit niet in elkaar zoals in de boeken staat. Dat vind ik interessant. Ook het contact met de mensen vind ik heel fijn. Het is het type mens waar ik voor wil zorgen.
“Als jij van je lichaam houdt en nog verder wil met dit lichaam, dan moet je stoppen met dit soort werk”
Helaas kon ik het werk niet eeuwig blijven doen. Ik ging werken op een groep met mensen met een ernstige meervoudige beperking (EMB). Dat was fysiek veel intensiever. Uiteindelijk leidde dit tot een nekhernia. Ik ben daaraan geopereerd, maar het herstel ging niet snel en de pijn bleef, ondanks verschillende therapieën. Op den duur zei een bedrijfsarts me: “Wees eerlijk naar jezelf. Als jij van je lichaam houdt en nog verder wil met dit lichaam, dan moet je stoppen met dit soort werk.” Dat was een klap, want ik vond het werk geweldig. Mijn manager stelde toen DigiContact voor. Daar kon ik blijven werken als verpleegkundige, zonder mezelf fysiek te zwaar te belasten.
In januari 2022 ging ik bij DigiContact aan de slag. Het was eigenlijk gewoon meteen goed. Het was erg druk, dus ik was snel ingewerkt. Er waren destijds veel vragen met betrekking tot COVID-19. Tegelijkertijd kwamen er ook genoeg andere vragen op mijn pad. Collega’s belden, waarna ik nadacht over wat ze konden doen in hun situatie en over hoe ik dat zo goed mogelijk aan hen kon overbrengen.
“Begeleiders hoeven daardoor niet meer lang in de wacht te staan of te wachten tot een huisarts langskomt. We kunnen direct meekijken en adviseren. ”
Door mijn ervaring en kennis te delen, kan ik iemand helpen en voorkomen dat iemand verder in de stress schiet. Ik ken de vragen waar ze op de werkvloer tegenaan lopen. Daar liep ik zelf ook tegenaan toen ik er nog werkte, alleen moest ik toen de huisarts bellen. Nu zitten wij daartussen. Begeleiders hoeven daardoor niet meer lang in de wacht te staan of te wachten tot een huisarts langskomt. We kunnen direct meekijken en adviseren. Het verlaagt voor begeleiders de drempel om te bellen, wanneer ze weten dat ze niet meer in de wachtrij bij de huisarts hoeven te staan.
Een voorbeeld waarin ik echt iets heb kunnen bijdragen, was een moment dat een begeleider mij belde die het even niet meer wist. Ik hoorde dat ze in paniek was. Ze moest met iemand praten om te horen of ze het goede had gedaan. Als ik dan vertel dat ik het ga uitzoeken, luister, vertel dat ze het goed heeft gedaan en uitleg wat ze nog meer kan doen, dan hoor je de opluchting. Ze zei daarna dat ze zo blij was dat ze even kon bellen om te sparren en dat ze was gerustgesteld. Dat doet mij beseffen dat ik echt op mijn plek zit.
“Als het thuis te druk is, ga ik naar kantoor. Aan de andere kant heb ik ook reuring nodig, dus ga ik ook naar kantoor als het thuis te rustig is.”
Ik werk afwisselend thuis en op kantoor. Als het thuis te druk is, ga ik naar kantoor. Aan de andere kant heb ik ook reuring nodig, dus ga ik ook naar kantoor als het thuis te rustig is. Dan ga ik op de fiets, heerlijk in de buitenlucht, en zoek ik de gezelligheid op. Op andere momenten, als het uitkomt of als ik bijvoorbeeld een nacht slecht heb geslapen, werk ik vanuit huis.
Voorheen vond ik het nog niet zo gemakkelijk om mijn werk niet mee naar huis te nemen. Ik was jong, werkte alleen maar, had geen relatie en voelde me op mijn werk heel erg thuis. Toen ik mijn huidige man leerde kennen, vond hij het ingewikkeld dat ik zo’n onregelmatig rooster had. We konden weinig plannen. Inmiddels heb ik helemaal geen tijd meer om thuis bezig te zijn met werk en wil ik dan van mijn gezin en mijn huis genieten. Het werken bij DigiContact helpt daarbij. Ik kan het heel makkelijk ‘uitzetten’.
Als ik vrij ben, vind ik het heel leuk om met mijn zoontje te zijn. Hij gaat nu naar school, waardoor ik meer tijd voor en met mezelf heb. Dat vind ik nog niet zo gemakkelijk: tijd met mezelf doorbrengen. Vroeger vond ik het heerlijk, ging ik lekker films kijken. Op de bank liggen, hoofd uit, niks doen. Daar heb ik nu de rust niet voor. Ik ben meer bezig met het huis schoonmaken en gezellig houden. Tijdens het opruimen en schoonmaken luister ik vaak een podcast. Ik ben inmiddels 7 jaar bonusmoeder en ben daar nu erg mee bezig. Ze gaat de prepuberteit in en daar lopen we wel tegenaan. Ik ben niet haar ouder, maar welke rol ga ik daarin dan innemen? Het is fijn dat daar podcasts over zijn gemaakt, waar ik tips en tricks uit kan halen. Ook vind ik het heerlijk om te wandelen. Als ik mijn zoon naar school heb gebracht, loop ik vaak een rondje door een natuurgebied hier in de buurt. Ik houd ervan om lekker te rommelen in de tuin, te lezen en te zingen. Mijn man en ik hebben samen zangles gehad. Dat was heel erg leuk en willen we graag weer oppakken. Tot die tijd zingen we gewoon thuis en halen we er allemaal herinneringen van vroeger mee op. Daar houden we enorm van.